- Datum: zondag 10 september
- Traject: Dēcin – Bad Schandau – Dresden
- Afstand: 75 km
- Weer: wat zon, bewolkt, beetje regen, een 8
Alsof de weergoden het weten: het eind van de fietstocht nadert. Nog één etappe te gaan naar Dresden. ‘Bosch heeft genoeg mooi weer gehad’. De afgelopen nacht heeft het flink geregend. Het tentdoek gaf daar wel een romantisch tintje aan plus een gevoel van: er kan mij niet veel meer gebeuren. Het mooie weer heb ik binnen!
Ik had een tent met twee slaapcabines, dus twee matrassen. En die heb ik maar gestapeld om de suggestie te wekken van een boxspringbed. De nacht werd tegen de ochtend wat frisjes, dus nog maar even een trui aangetrokken. Ik ontbijt met een typisch Brits echtpaar in een Mongoolse tent op de camping. Hij heeft iets van een ‘lord’ en zij iets van een onderschatte Engelse detective. Vul de naam maar in……. Ze ontbijt met de helm op. Ze zijn op leeftijd (70 plus), zien er klassiek uit, doen niet aan moderne digitale fratsen en kamperen ook nog! Ze zijn vanuit IJmuiden langs de Noordzeekust naar Hamburg gefietst en van daaruit via de Elbe op weg naar Praag. In mooi BBC-Engels vertellen ze trots dat ze hebben overnacht in ….Paesens Moddergat! Ze hebben al veel lange loop- en fietstochten gemaakt, zoals naar Santiago, Madrid, Rome en Venetië. Op mijn aanraden gaan ze in Praag overnachten op ‘mijn’ botel. En dan per vliegtuig terug naar Manchester, want ze wonen – hoe kan het mooier – in het Lake District.
Ik vertrek in de regen en het ziet er ‘ziek’ uit. In Dēcin besteed ik (bijna) mijn laatste kronen in een Billa-supermarkt. Daarna op naar de grens. Het is zondag en de Elbe-route is zeer populair, dus druk vandaag met fietsers, wandelaars, joggers en skaters. Soms is het slalommen en ik moet veel bellen, ik bedoel met de fietsbel. Vlak voor de grens pik ik mijn laatste Tsechische terras met koffie en gebak. Ik keer mijn portemonnee met muntgeld om en de inhoud blijkt meer dan genoeg. De grens wordt dit keer – ook al zit ik op een solitair gelegen fietspad – gemarkeerd met paaltjes en een steen met opschrift (zie foto). Aan de overkant van de rivier, een paar kilometer verder, zie ik duidelijk de grens voor het autoverkeer (gebouwen, kraampjes, vlaggen), maar er wordt niet gestopt.
Af en toe moet ik van oever wisselen. Soms is dat de route, maar er zijn ook nogal wat omleidingen vandaag. Beetje irritant. De wisselingen van oever – en dat is dan wel weer leuk – gaan meestal met veerbootjes. Op de Elbe varen ook veel boten met toeristen, want we zijn hier in toeristisch interessant gebied: Bad Schandau, de Bastei, Königstein, Pirna en Dresden, ook wel ‘het Florence aan de Elbe’ genoemd. De Bastei is een grillige rotsformatie met mooie uitIchten op wat ze hier de ‘Sächsische Schweiz’ noemen. Ik aanschouw het vanuit het Elbe-dal.
Omdat het zondag is en het traject van vandaag niet lang ’tracteer’ ik mezelf op een uitgebreide pauze bij een picnic-tafel. Het tracteren bestaat uit een banaan, een zak chips, een sigaar en …..een glas rode wijn! Bij de Billa hadden ze een mooie Chileense Cabernet in de aanbieding. Voorbijgangers hebben wel waardering voor mijn menu, getuige de glimlachen en af en toe opgestoken duimen. En het wijntje geeft meteen inspiratie à la Gambrinus:
Es gibt kein besser Leben
als Radfahrer’s leben
wie ich es mir
dieser Tage schuf
nur nach Dresden fahren
Sonntagsruh’ erfahren
was ein herrlicher Beruf!
Om half vijf arriveer ik bij mijn hotel in Dresden, waar ik voor twee nachten heb geboekt. Het is een groot hostel/hotel-complex en de ligging is fantastisch: Als ik uit het raam kijk op de 6e etage, dan heb ik zicht op het Hauptbahnhof. Van daaruit hoop ik dinsdag de trein naar Meppen te nemen. Ik kom er weer aan, maar eerst nog een dagje Dresden.