9 – Maandag 26 mei
Traject: Troyes – Auxerre
Via: Montigny – Ervy le Chateau – Ligny le Châtel
Afstand: 85 km.
Weer: Miezerige start, daarna droger, op laats flinke bui, bewolkt. Cijfer: 6
Om 8.45 stap ik weer op mijn intussen goede vriend Santos met weer een flinke kwak uierzalf op de bekende plek. Het miezert, dus het regenpak maar aan. Al vrij vlot fiets ik weer door het landschap van de Champagne, zonder wijngaarden overigens. Akkerland wordt nu ook aangevuld met veel weiland met van die bekende lachende kaaskoeien. Van die handige kaaspuntjes heb ik een doosje ingeslagen. Verder zie ik opvallende mooiere boerenhuizen met vakwerk.
Na 30 kilometer – al een beetje patroon – de eerste koffiestop in een parkje. Alhoewel…koffie? Ik maak inderdaad koffie, maar vul aan met een ei, een bekertje yoghurt, een sinaasappel en een Snelle Jelle. Zo heb ik van alle voedingsstoffen weer wat binnen. Café complet zeg maar.
Ook verhelp ik wat kleine ongemakken, zoals een IPod onder plastic op de stuurtas, die via trilling voortdurend verschuift en mijn kaartbeeld hindert. Waar een wasknijper al niet goed voor is.
Bij zo’n pauze heb je ook meestal meteen aanspraak: de eigenaar van de Tabac en twee oude knarren – of ben ik er zelf intussen ook één – die aan het koersen zijn en vertellen over hun tocht naar Rome (ook een idee…). Ze wensen me ‘bon courage’ en hetzelfde doe ik naar een jonge Fransman die naar Vezelay loopt. Gisteren kwam ik trouwens mijn eerste soortgenoten tegen: Twee Duitsers die al voor de 4e keer naar Santiago gaan, steeds via andere routes. Prompt kwam ik ze ’s avonds in het sfeervolle centrum van Troyes een paar keer tegen. Zo ben je snel ‘ingeburgerd ‘.
Het asfalt is over het algemeen prima. Ik heb me laten vertellen dat de overheid daar bewust moeite voor doet om de leefbaarheid van het platteland in stand te houden, want er is veel ontvolking met uiteraard de jeugd voorop. Dit goede wegdek betekent trouwens ook dat de route die ik volg prima met een auto (zonder caravan) is te doen. Je volgt gewoon de route van de Sweerman boekjes, inclusief info over bezienswaardigheden en niet al te dure overnachtingsadressen. Ik heb vanaf Aken nog geen apart fietspad gehad. Over het vervolg nog geen garanties voor de automobilist.
Tegen het einde van de etappe kom ik door de wijngaarden van de Chablis. Een lekkere droge witte, die ik mij maar enkele keren per jaar permitteer, want de prijs is meestal pittig. Ergens maar goed ook, want het schijnt wel een druif te zijn die met veel pesticiden wordt geteeld. Ik merk fietsend ook dat er erg veel beestjes in de lucht zijn. Dus de mond goed dichthouden, want je hapt ze zo maar naar binnen.
Ook begint het te regenen, nee zelfs te plensen. Voordat ik kan schuilen ben ik al kletsnat, dus fiets ik maar gewoon door. Bij afdalingen flink fris trouwens! Om 4 uur kom ik na een mooie afdaling Auxerre binnen. De stad aan de Yonne ligt er statig bij met een grote kathedraal op een heuvel. Een vriendelijke – al weer oude – man loopt een stukje met me mee om het hotel dat ik via booking.com had geregeld aan te wijzen: Hotel du Commerce. Echter, de boel zit nog potdicht. Ik blijk weer zo’n hotel te hebben, dat niet de hele dag bemand is met receptie. Dus eerst maar een croque monsieur en een lekkere koude cola.
Om 5 uur is de deur open. Een low budget-hotel, maar de douche is uit de kunst! Bijkomen, even naar huis ‘bellen’ (facetime) en vanavond……weer uit eten!
Gisteravond was dit mijn entrée