Bericht 8

8 – Zondag 25 mei
Traject: Châlons – Troyes
Via: Bussy, Trouans, Luître, Luyères (allemaal kleine dorpen)
Afstand: 100 km.
Weer: Prachtig fietsweer: sluierzon, droog, weinig wind, 22 graden. Cijfer 9

Met een blik op het routeprofiel in mijn onvolprezen ‘Sweerman’ plus de gedachte dat een ‘zondagsrit’ vroeg in de middag zou eindigen in een klein en duf dorp zie ik af van een kort ritje.
Ik vraag de dame van de receptie of ze voor mij een goedkoop hotelletje (uit mijn lijstje) wil bellen. Bij mijn eigen pogingen krijg ik namelijk veel te veel Frans retour. Ze regelt een kamer voor 43 Euro in Le Splendid in Troyes. Top.
Na een goed ontbijt verlaat ik om 9.30 hotel Pasteur. Goed adres, hoewel iets boven de begroting.
Het is zondag en ik ben in Frankrijk, dus kom, eerst maar eens een mis. Ik zet de Hohe Messe op mijn IPod in werking en begin bij prachtig weer aan mijn track voor vandaag. Die had ik thuis al in m’n Mio fietscomputer geklopt onder (mijn) codenaam EmSa-8. Op het toonkunstkoor had ik ze beloofd om onderweg te oefenen, dus waar mogelijk zing ik luidkeels mee. Voor wie het leuk vindt:
In november voeren wij dit Bach-werk uit. Een niet te missen kans! We oefenen een jaar op de Hohe Messe. Wie het ‘cum sanctu spiritu’ eens beluistert kan zich er iets bij voorstellen. ‘Qui tollis’ mag ook. Rustgevender.
Ik fiets door licht golvend akkerland en door verstilde dorpen. De bewoners houden zich schuil achter deuren en luiken. Nergens zie ik eens een familie lekker buiten zitten of een Fransman in zijn tuinstoel met een zondagse sigaar (daar heb ik vermoedelijk zin in…). De Franse automobilisten rijden pittig, maar ze gaan met een charmante boog om me heem, alsof ik een auto ben. Alle lof.
Na 33 km. een eerste stop waar ik koffie maak en wat eet. Eten tijdens het fietsen doe ik met lichte tegenzin. Geen/weinig trek. Zal wel te maken hebben met deze niet gebruikelijke inspanning. Het avondeten daarentegen gaat er, meestal met een ‘pression’ wel goed in.
Al mijmerend onderweg realiseer ik me wel, dat een tocht als deze bij kouder weer (april) en bij regen heel wat meer vraagt van je doorzettingsvermogen. Nee, vandaag lukt het me prima om van het ‘onderweg zijn’ te genieten. Ik denk ook dat half mei een goed startmoment is.
Met de veelbesproken honden die je lastigvallen valt het mee. Ze zijn er wel en rennen agressief blaffend met me mee, alleen gelukkig slechts voor zover de omheinde tuin dat toestaat. Op internet lees je dat de fietspelgrims zich ‘wapenen’ met fluitjes, een stok, een schreeuw of een indringende blik. Waarschijnlijk ben je het best bewapend als je gewoon niet bang bent.
Tegen 5 uur rol ik Troyes binnen. Zo op het eerste gezicht een prachtige stad met o.m. fraaie straatjes met vakwerkhuizen. Een verdere beschrijving bespaar ik jullie (Google). Omdat ik in hotel
Pasteur al op Google Maps had gekeken, kon ik het gemakkelijk vinden. Een beetje een apart hotel, want ik kon er pas na 5 uur terecht. Via de balie mag ik mijn fiets stallen in een bijkantoortje.

Ziezo, dat was het weer. Bij dit schrijven schiet me de naam te binnen van Marijn de Vries, een oud-leerling van mij die wekelijks (op maandagen meen ik) in Trouw een column schrijft. Die gaat altijd over sport en meestal over fietsen. Ze is journaliste en profwielrenster en naar mijn smaak een verrassende opvolgster van Mart Smeets die dat eerder deed. Vat deze associatie overigens niet op als een poging om deze twee profs te evenaren. Wel maak ik dagelijks wat krabbels om wat ideeën op te doen.

Onderweg een bloemenapplaus voor de eenzame fietser.

20140525-192219-69739227.jpg