Categorie archieven: Emmen – Kopenhagen

Bericht 20

Datum:      Donderdag 20 juni
Traject:      Afsluitend fietstochtje door Berlijn
Afstand:    12 km, schat ik
Weer:         Eerst wat regen en bewolkt, later weer warm en zonnig

Om te beginnen krijg ik vandaag de baard eraf. Nee, gelukkig niet figuurlijk, maar gewoon letterlijk met een tondeuse bij de kapper op station Friedrichstrase. Helemaal fris geschoren thuis komen gaat niet door, want ‘rasieren, das machen wir nicht’. Wat dat betreft kun je beter naar Pamplona gaan…..(zie foto’s fietstocht Santiago).
Terug in het hostel – 8 minuten lopen – ruim ik mijn bed af en pak de tassen in. Bij het uitchecken blijkt de barman en chef ook een enthousiaste fietser te zijn. Hij toont me foto’s van een trip van Zuid naar Noord door Portugal. Vraagt ook naar mijn ervaringen, wat er toe leidt dat ik hem mijn webadres geef. Maar hij zal er wel meer hebben.

Ik stal mijn hele fietsbagage eerst nog even in de lounge, zodat ik met een onbeladen fiets nog enkele niet bekeken plekjes in de stad kan bekijken. Zoals bijvoorbeeld de gedenkplaats van de Muur bij de Bernauerstrase. Aan deze straat stonden destijds huizenblokken die met hun voorkant in de Westzone stonden en met hun achterzijde in Oost. Ik zag filmbeelden van mensen die uit de ramen sprongen en werden opgevangen op van die brandweermatrassen (mijn benaming).

Ik doe iets wat nog maar heel weinig mensen doen: met een papieren kaartje in de hand rondfietsen. Vrijwel iedereen navigeert via de telefoon. Ze komen wel aan, maar ze weten nauwelijks waar ze zijn, denk ik dan maar.
Ik passeer nog een keer moeiteloos Checkpoint Charlie en besef toch weer hoe bijzonder dat is.
Bij het nieuwe en architectonisch spraakmakende Joods museum word ik bits vermaand door een agent omdat ik zo maar op de stoep naar de voorgevel fiets. ‘Absteigen bitte’.
Het valt me op dat alle Joods-gerelateerde plekken en gebouwen in Berlijn door politie worden bewaakt. 
Als een soort ‘overwinnaar’ sluit ik Berlijn af door vanaf de Siegessäule door Tiergarten, onder de Brandenburger Tor door en via de beroemde Unter den Linden en Friedrichstrase naar het hostel te fietsen. Vandaar ga ik bepakt verder naar het gigantische Hauptbahnhof, vanwaar ik – sympathiek begeleid door een ‘Fahrradhilfer’ – om stipt 14.34 met de IC richting Amsterdam vertrek. Die trein brengt mij zo ongeveer elk uur één dag fietsen dichterbij huis…..Vertrek 14.34 en om 19.07 aankomst in Meppen. Alsof het niets is.
Het is weer donders mooi geweest.

[email protected]

Naar goede traditie sluit ik 20 fietsdagen af met 20 impressies:

  1. Kopenhagen was mooi, maar Berlijn was groots en fantastisch.
  2. Er waren natuurlijk weer veel herhalingselementen (goede fiets, muziek, lekker eten etc.).
  3. Slechts één missertje: bidons ergens achtergelaten.
  4. De tocht was veel minder vlak dan ik had verwacht; korte, maar bescheiden ups en downs.
  5. Zonder telefoon ben je eigenlijk nergens (bellen, appen, fotograferen, boeken, navigeren etc.).
  6. Ik heb het opnieuw geweldig getroffen met het weer; dat mààkt zo’n reis.
  7. Ik zag veel meer soortgenoten/fietsers dan op eerdere tochten.
  8. Ik ben fietsend liever onderweg in Duitsland dan in Denemarken.
  9. Mecklenburg was een verrassende ontdekking: meren, bossen, landschap, stadjes.
  10. Ik had het geluk om onderweg een uitvoering mee te kunnen maken van de Berliner Messe.
  11. De opera was leuk, maar de buurman was interessanter.
  12. Kierkegaard was min of meer de filosofische reisleider.
  13. Juni is een prachtige fietsmaand: veel groei en kleurrijke bloei.
  14. De trein bood hier en daar weer mooi uitkomst.
  15. Ik zag veel sporen van de Tweede Wereldoorlog: kampen en gedenkplaatsen.
  16. De hostels in Kopenhagen en Berlijn bevielen me goed vanwege de centrale ligging.
  17. De fietspaden waren overwegend goed: soms ruige steenslag en in Duitsland kasseien.
  18. Een leuk evenement was de Royal Run in Kopenhagen.
  19. Nooit eerder gezien: een zweefveer.
  20. Ondanks al dit moois moet ik toch bekennen dat zich na 6 tochten een zeker mate van verzadiging begint voor te doen. Afwachten dus hoe dit alles bezinkt.
Bernauer Strasse
Joods museum
Hauptbahnhof
Fahrradmitname DB

Bericht 19

Datum:    Woensdag 19 juni
Traject:    Fietsen door Potsdam
Afstand:   Ongeveer 20 km
Weer:       30 graden

Eerst nog even gisteravond. Een primeur voor mij: ik had een ticket geboekt voor een opera-uitvoering: Don Quichotte in de Berliner Oper! Vanuit mijn hostel leek het me wel een mooi contrast om eens een avondje te vertoeven onder de haute-chique van Berlijn. Zo pakte het ook wel een beetje uit, want ik belandde op een balcon, hoog in het indrukwekkende theater naast een grijze heer en dito dame. Hij zat nog niet of er kwam zo’n fraai verrekijkertje tevoorschijn, waarmee hij de expressie van de diva kon waarnemen. Maar het was een hele sympathieke man, die me gaandeweg ons gesprek aan Albert Schweizer deed denken: een grijsbehaarde man, gepensioneerd arts, veel in Afrika gewerkt en dan ook nog – net als Albert – een muziekliefhebber. Schweitzer was een goede organist en Bach-kenner.
Mijn buurman had familie-roots in Polen, want zijn voorouders waren Aussiedler uit Sileziië. Ons gesprek was qua inhoud interessanter dan de opera. Zo vertelde hij mij o.a. ook nog dat het door mij geroemde Meclklenburg er – even afgezien van het toerisme – economisch erg zwak voor stond. Met name de jeugd keert het gebied massaal de rug toe. Berlijn zuigt enorm en groeit jaarlijks met 50.000 nieuwkomers. In Groot-Berlijn wonen intussen 3,5 miljoen mensen. Dit alles konden wij bespreken omdat we ruim voor aanvangstijd onze stoel hadden bezet.

De opera was als schouwspel erg mooi. Groots opgezet, wisselende decors, een enorm orkest en spelers die acrobatische hoogstandjes lieten zien en deels kolderiek gekleed waren. Het verhaal – franstalig gezongen – kon ik in grote lijnen volgen, want het gaat meestal om al dan niet succesvolle liefdesrelaties. In dit geval was dat succes er niet. Een heel lang applaus na afloop!

Terug naar vandaag, woensdag de 19e:

‘ S- Bahn fahren ist Ulbricht’s Stacheldraht zahlen’, zo luidde een bekende uitspraak uit de tijd van de Koude Oorlog. Willy Brandt had de Berlijners opgeroepen om de S-Bahn te mijden.
De tijden zijn veranderd: Ik neem vandaag vanaf Station Friedrichstrase de S-Bahn naar Potsdam, ook wel genoemd het ‘Versailles’ van Berlijn. Nou, daar kan het moeiteloos mee concurreren.
Potsdam telt zoveel rijkdom aan monumenten, dat ik, daar eenmaal na een half uurtje treinen aangekomen, besluit om ter plekke een fiets te huren, omdat er tussen deze rijkdom aan paleizen, Belvedères en ander moois nogal wat meters liggen. Ik zal jullie de hele opsomming besparen, maar ik heb op een betrekkelijk klein oppervlak nog niet vaak zoveel moois aan bouwwerken gezien. Vermeldenswaardig is o.m. Holländisches Viertel, een deel van Potsdam met voor ons zeer herkenbare gevels. En dan natuurlijk Cecilienhof waar de geallieerden na de oorlog hun onderhandelingen voerden. En de beroemde Glienickerbrücke waar Oost en West hun spionnen uitwisselden. Hier dus heel veel grond buiten mijn vakgebied, de geschiedenis. Smullen voor Klazen, Harmanussen en Harry’s.
Maar dankzij de fiets kon ik het bijna allemaal aanschouwen en op z’n Amerikaans tot mij nemen.

De dag eindigt letterlijk met een hoogtepunt: een (gereserveerd) bezoek aan de glazen koepel op het dak van het Rijksdaggebouw. Fantastisch! Zoals Parijs als contrast met het Louvre zijn pyramide van glas heeft, zo heeft Berlijn z’n variant op hėt centrale gebouw van de Bundestag.
De toegang is een kopie van een vliegreis: vooraf reserveren en dezelfde controle en checks alsof je een vliegtuig instapt: paspoort of rijbewijs, scannen van je spullen, body-check, sluisjes etc.
En dan kun je rustig omhoog spiralen met prachtige panorama’s, toegelicht met verstrekte audio. En – net als bij Poolshoogte – is er een aparte tegenspiraal omlaag!
Wie ooit in Berlijn komt, meteen (gratis) vooraf boeken met voorkeurstijd en -dag. Overkant straat.

Na dit hoogtepunt proef ik nog wat sfeer van de multiculturele wijk Kreuzberg. Dit is weer een heel ander Berlijn. Op een kruispunt tref ik een grote poltiemacht, die verdeeld over vier hoekpunten kennelijk klaar staat voor ongeregeldheden. Ik was uit op een leuke eetgelegenheid, maar wijk uiteindelijk – de U-BAhn biedt flitsend alternatieven – uit naar bekend terrein in de omgeving van mijn hostel: een Hinterhof aan de Sophienstrase. Laatste avond Berlijn: top.

S-Bahn Friedrichstraße
Holländisches Viertel
Neues Palast Potsdam
Cecilienhof
Glienicker Brücke
Koepel Bundestag I
Koepel Bundestag II

Bericht 18

  • Datum: dinsdag 18 juni
  • Traject:   geen; te voet door Berlijn
  • Weer:  warm, strak blauwe lucht

Vandaag doe ik te voet plus OV een uitgebreide stadsverkenning Berlijn. Maar dat kan iedereen thuis digitaal ook doen. 
Ik beperk mij deze dag tot een stripverhaal over een spectaculaire ontsnapping uit Oost-Berlijn. Ik hoop dat het met wat inzoomen leesbaar is, want het is indrukwekkend.

Bericht 17

  • Datum:    Maandag 17 juni
  • Traject:   Delen van de Berliner Mauerweg in Berlijn
  • Afstand:  36 km
  • Weer:      Warm, maar niet zeuren, een 8

Ellen ten Damme zong het onderweg naar Berlijn al via mijn oortjes: ‘ich habe noch ein Koffer in Berlin’, het bekende lied van heimwee naar Berlijn van de roemruchte Marlene Dietrich. Bij dat heimwee kan ik me intussen wat voorstellen, want wat een dynamische wereldstad is dit! Kopenhagen is er een ‘provinciehoofdstad’ bij. Nu ben ik diverse keren in Berlijn geweest, maar er hebben hier enorm veel veranderingen plaatsgevonden. Een plek waar dat heel erg duidelijk wordt is het beroemde Potsdamer Platz, waar geprobeerd is om de beide stadsdelen weer met elkaar te verbinden. Ik kijk er mijn ogen uit naar de imponerende architectuur van de wolkenkrabbers.

Na een nacht met (grillig) veel kramp in de benen en een ‘sympathiek’ ontbijt in mijn hostel neem ik me voor om er in Berlijn nog een fietsdag van te maken met als thema: de Berlijnse Muur. Maar eerst nog even wat voorwaarts kijken en wat dingen regelen. Gisteren had ik al een 7-dagen OV-ticket gekocht voor de zones A, B en C, zeg maar S- en U-Bahn plus bussen voor de hele stadsregio. Nu fiets ik eerst naar het giga-grote Hauptbahnhof waar ik de thuisreis naar Meppen regel. Die is korter dan ik dacht: vertrek donderdag om half drie en aankomst in Meppen rond 7 uur. Fietsend toch zo maar een dag of vijf, schat ik.
Daarna boek ik nog een (gratis) ticket om de glazen koepel van het Rijksdaggebouw te bezoeken. Dat wordt woensdag rond 18 uur. Er staat nu een lange rij wachtenden.

Gelukkig wordt er heel veel gefietst in Berlijn. Dus ze zijn fietsers gewend. Die manoeuvreren vaak op zeer creatieve wijze door het stadsverkeer. Dat ligt mij ook wel. Maar toch ook maar weer (standaard) mijn helm op.
Ik fiets een bescheiden deel van de 160 kilometer lange ‘Berliner Mauer-Radweg’ die helemaal de grenzen volgt van het toenmalige ‘eiland’ West-Berlijn’. Erg dubbel is het natuurlijk allemaal als je ervaart hoeveel toerisme en business het drama van de Berlijnse Muur nu creëert. Maar daar kennen we uiteraard meer voorbeelden van.
Bij Checkpoint Charlie bereikt het toeristencircus zijn hoogtepunt omdat je je daar met uniform aan en een pet op kunt laten portretteren. Verder zijn de sporen van de Muur het duidelijkst te zien bij de zogenaamde East Side Gallery en bij de Bernauer Strasse. Alleen is het bezoekerscentrum daar op maandagen gesloten. Maar ik heb nog even. 
Ook bezoek ik in het Treptowpark de erebegraafplaats van gevallen Russische militairen, zeg maar de geallieerden vanuit het Oosten.
Ik maak rond 4 uur een tussenlanding in mijn hostel en slaap daar moeiteloos een uur. Zo’n stad veroorzaakt kennelijk onbewust een soort vermoeidheid. 
Maar dan is er ook weer nieuwe energie voor een avondwandeling en eten.

Brandenburger Tor
Potsdamer Platz
Checkpoint Charlie
East Side Gallery
The Kiss
Bernauer Strasse

Bericht 16

  • Datum:      Zondag 16 juni
  • Traject:      Fietsen naar Oranienburg en trein naar Berlijn Friedrichstrasse
  • Afstand:     60 km fietsen en ongeveer 40 per trein
  • Weer:         Prima weer, een 9

Het voor mijn doen sjieke en potentie-volle Seehotel Louise in de buurt van Gransee was één en al klungeligheid vanwege opstartproblemen van de verse eigenaar. Toen ik gisteravond arriveerde keek men verbaasd op dat zich een gast meldde in mijn persoon. Wat bleek? Ik was de eerste die een boeking had gedaan via booking.com, dus het moest allemaal nog wat ‘ontdekt’ worden hoe dat in z’n werk gaat. De personele bezetting leek mij een soort van verborgen werkeloosheid, want ik werd rijkelijk voorzien van allerlei serveersters die mij service boden. Ik was de enige gast.
Bij een zeer aangename avondtemperatuur genoot ik op een fraai terras met vijver plus fontein van een voedzaam avondmenu. De kamer was ook prima. Wat zeg ik, de kamer, nee een slaapkamer met een luxe boxspring matras, een keuken/zitvertrek en bijkamer met tv.
Maar toen ik vanmorgen wilde afrekenen moest ik een half uur wachten totdat er een chefje aan kwam fietsen die bevoegd was om de betalingen af te werken. Ik schrijf geen reviews, maar dat zou geen juichverhaal zijn geworden.

Oh ja, nog even over die volkstuintje hier. Hoezo stille getuigen? Is er iets mis met een volkstuin, zoals iemand mij mailde. Nee, zeker niet. Maar waar ik vooral op doel is hoe belangrijk de functie van die tuinen was in de DDR-Tijd. Er was veel gebrek aan o.m. verse producten, zoals groenten,fruit (en vlees). Mensen stonden vaak in de rij. Sterker nog, ze gingen soms eerst in de rij staan en vroegen dan wat er te koop was.
Om die reden was je goed af als je een volkstuin had, zodat je je dagelijkse menu kon verrijken.
Bovendien voorzag het bijbehorende tuinhuisje ook vaak in een behoefte om de vaak betongrijze woonomgeving te ontvluchten.
Daarom dus: stille getuigen. 

Het werd vandaag weer een fraaie, ik mag wel zeggen romantische fietstocht langs de Havel met bootjes, zondagfietsers en leuke aanlegplaatsen voor zowel bootjesmensen als fietsers. Ik spreek op een terras een in 1955 geboren local die me uitgebreid verhaalt over de toestand voor en na de Wende van ’89. Ook vermeld ik met nadruk de uitstekende staat van het fietspad, dat ook deels door posterachtig mooie beukenbossen voert. Op de Havel zie ik ook nog een noviteit: er komt een boot voorbij die bijna volledig wordt bezet door één daarop geparkeerde camper. De man aan het roer is, vermoed ik, de eigenaar van de camper. De boot heeft reclame-opschriften, dus zal wel gehuurd zijn. Idee Hans?

In Oranienburg, een voorstad van Berlijn met historische connecties met de (oranje) Nassau’s, bezoek ik het concentratiekamp Sachsenhausen. Vermeldenswaardig is dat dit kamp in de beginfase werd gebouwd door gevangenen uit de ‘Moorlager’ uit ons grensgebied, waaronder Esterwegen. Ik tref er veel meer bezoekers dan in het gisteren bezochte Ravensbrück. De nabijheid van Berlijn zal hier vast een grote rol spelen. Bij mij liet Ravensbrück een indringender indruk na, hoewel Sachsenhausen in allerlei opzichten (omvang, slachtoffers) Ravensbrück ‘overtreft’. Zie verder andere bronnen.

Om de wat lastige binnenkomst van deze zeer grote hoofdstad te omzeilen neem ik de S-Bahn vanuit Oranienburg naar Berlijn. Het is de S1 die naar Wannsee gaat, maar ook stopt op station Friedrichstrasse. Dat levert onderweg nog strubbelingen op. Het fietsgedeelte staat barstensvol fietsen en sommige eigenaars hebben de grootste moeite om bij een tussenstation op tijd uit de trein te komen. Één man wordt bijna door de sluitende deuren in tweeën geknipt, maar met veel spierkracht weet hij de deuren voldoende terug te duwen.
En dan stap ik uit op Friedrichstrasse en beland middenin een bruisend Berlijn! Wat een overgang!
Ook wat het hotel betreft. Sliep ik afgelopen nacht nog sjiek, nu beland ik – net als in Kopenhagen –   weer in mijn tweede jeugd: een hostel op 5 minuten van station Friedrichstrasse, dus hartje Berlijn.
Gelukkig krijg ik een onderbed, want aan de hoogslaper bewaar ik slechte herinneringen……
Ik deel de kamer met nog 5 andere slapers, de douche is op de gang en …de (lekkere) koffie, bedlinnen en handdoeken zijn gratis of inbegrepen. Voor deze fantastische lokatie ruim ik graag wat luxe in. En de prijs is hier voor vier nachten in totaal gelijk aan die van alleen afgelopen nacht.
Na een douche meng ik mij in het stadsgewoel voor een kleine wandeling en eten. Dit verslag schrijf ik in de lounge van mijn hostel met veel jong volk en snoeiharde muziek. Alles op z’n tijd

Nostalgie I
Langs de Havel
Nostalgie II: Jawa’s
Sachsenhausen I
Sachsenhausen II

Bericht 15

  • Datum:       Zaterdag 15 juni
  • Traject:       Waren – Gransee
  • Afstand:     75 km plus 40 km trein
  • Weer:          Prima, maar ook een flinke bui, een 8

Vandaag maar eens een themadag: ‘stille getuigen’.

Niet dat het vandaag niet mooi is om onderweg te zijn, integendeel! De prachtige variatie van gisteren herhaalt zich: meren, bossen, glooiend akkerland en regelmatig leuke plaatsen en horeca.
Ik mag wel stellen, dat ik het hier leuker vind om te fietsen dan in het veel opener en winderige Denemarken, waar ook de voorzieningen dunner gezaaid waren. Ik hoor het ’s avonds ook van de hoteleigenaar: dit Mecklenburg-Vorpommern is nog weinig ontdekt. ‘Onbedorven’ ligt me op de lippen, maar dat moet ik toch tegenspreken. Want ondanks de natuurlijke fraaiheid en alle vernieuwingen van na de Wende (al weer 30 jaar geleden!) zijn er ook nog de -vaak lelijke – stille getuigen van de DDR-tijd, waar ik – zoals jullie gemerkt hebben – een zekere fascinatie voor heb.
De foto’s getuigen er min of meer van: grijze betonbouw, flats, nooit vervangen kasseien, volkstuintjes met tuinhuisjes, straatnamen in gothische letters, vervallen bedrijfsgebouwen en weggedeelten met van die grote betonplaten. Daarover denderde je vroeger ook naar Berlijn: gedoeng, gedoeng, gedoeng. Nederland had ze trouwens ook in de jaren ’50 als wij naar Zwolle gingen (Boschjes). We mochten meerijden met meneer Poorta, want die had een auto (Admiral!).

Maar vandaag wil ik ‘stille getuigen’ ook nog in andere zin benaderen. Namelijk in de vorm van de indrukwekkende standbeelden die ik trof in herinneringscentrum van het concentratiekamp Ravensbrück vlakbij Fürstenberg. Een concentratiekamp hoofdzakelijk voor vrouwen gebouwd.
‘Moet je dààr nou zo nodig heen’?, hoor ik sommigen zeggen. Ja! En dat is niet omdat ik een fascinatie heb met de 2e WO. Maar het zijn plekken waar je tot een dieper besef en beleven komt van wat mensen elkaar kunnen aandoen. Wat me er ook brengt is een soort eerbetoon aan al die gevangenen, in dit geval vrouwen, die daar alle menselijke waardigheid werd ontnomen. De meesten kwamen om door ontbering, uitputting of moord. Voor de feiten en de cijfers zijn betere bronnen dan deze website. Maar al die feiten en cijfers houden het wat abstract. Je besef, betrokkenheid en emotie worden sterker zodra je je probeert te verplaatsen in een individu. Dat kan bijvoorbeeld via literatuur, maar het overkwam me ook toen ik stil stond bij de zeer indrukwekkende beeldengroep, die je bij Ravensbrück als eerste aantreft. Als je dat beeld ‘invult’ met mensen die je lief zijn, dan komt het allemaal angstig dichtbij. Eigenlijk heb je dan al genoeg gezien en beleefd.

De vraag doemde bij me op of je bij overlevenden van deze hel kunt aankomen met het citaat van Kierkegaard over het achterwaarts en voorwaarts leven. Kun je van mensen, die – vaak als enige uit een hele familie – terugkeerden verwachten dat ze de ballast achter zich laten en ‘voorwaarts’ gaan leven. Het lijkt me te veel gevraagd. De beschadigingen zijn te groot. Je mag hopen dat iets of iemand anders wat levenskracht weet op te wekken.
Iemand die dit alles overleefde en het op een geheel eigen wijze verwerkte was Corrie ten Boom.
Lees het maar eens na op het Internet. Daar kom ik ook een leuk detail tegen om dit zware verhaal luchtig af te sluiten: Corrie groeide op in de Barteljorisstraat. En die kennen we! En dan natuurlijk de versie met de briefjes van 1, 5 en 10 gulden.

Stille getuigen en bewijzen:

Bericht 14

  • Datum.:     Vrijdag 14 juni
  • Traject:      Güstrow – Waren
  • Afstand:     87 km
  • Weer:         Prachtig, alleen wel een straffe wind, een 9

Wat een verrassend mooi gebied is dit: de Mecklenburgische Seenplatte. Glooiend, bosrijk, leuke stadjes en uiteraard veel meren. Echt een aanrader voor iemand die eens wat anders wil dan de Harz of de Ardennen. En zeker als je dit gebied combineert met de Oostzeekust met prachtige havensteden als Rostock of Stralsund. En voor liefhebbers zijn er ook hier en daar – maar steeds minder – de sporen van het DDR-verleden. Zo heb ik vandaag nog drie Trabbi’s gespot. Minder leuk, maar tegenwoordig al weer ‘authentiek’ zijn de kasseienstroken die je vooral in bebouwde kommen nog treft. Ze zijn vooral hinderlijk omdat ze vaak met behoorlijk tussenruimtes zijn gelegd, zodat ik er met de fiets vaak trillend en stuiterend overheen rijd, met beide handen stevig aan het stuur. 
De fietsroute gaat dus up and down door bossen en mooi akkerland met vooral veel graan. Er zitten ook wat eenzame stukken in, die soms ook nog eens onverhard zijn. Ik ben heel blij dat ik die zonder lekker banden overleef. Bij een wat ‘sneu’ paviljoen met een afgebakende zwemplek aan de Krakower See pauzeer ik met brood, Bockwurst en slechte koffie. Die slechte koffie maak ik verderop ruimschoots goed met een heerlijk Känchen op het terras van een golfbaan met Van der Valkvlaggen. De club combineert kennelijk het golfen met de horecafaciliteiten van vdValk.

Mooi op tijd, zo rond half vijf, rol ik Heilbad Waren binnen. Op een groot billboard zie ik een fraaie foto van dit juweeltje. Van die foto maak ik er dus ook maar één. Ik word hartelijk en met veel zinvolle info ontvangen in hotel Zur Sonne, iets buiten het centrum. 

Een Escher
Wij zijn even zwemmen
Onderweg
Krakower See
Waren
Toegift

Bericht 13

  • Datum:       Donderdag 13 juni
  • Traject:       Bogø By – Güstrow (D)
  • Afstan:       100 km plus veerboot Gedser-Rostock
  • Weer:          Strak blauwe lucht, 25 graden, droog, weinig wind, een 10 !

Vandaag is het logistiek gezien een topdag geworden! Dat verliep zo:

Kleine oversteek met veerboot naar Stubbekøbing op het eiland Falster
Ruim 30 km fietsen naar Nykøbing
Met de bus naar Gedser
De grote oversteek per veerboot naar Rostock
10 km fietsen naar centrum Rostock
Met de trein (S-Bahn) naar Güstrow

Kierkegaard leerde me dus dat begripvol achterwaarts kijken zinvol kan zijn, maar daarna moet de blik weer voorwaarts worden gericht. Let wel: ‘de blik’, want de werkelijke uitvoering van wat je bedenkt  moet altijd nog volgen. En dat – ik hoor de echo van mijn (wijlen) oud-collega Wim – natuurlijk onder het voorbehoud van Jacobus. 
Voorwaarts leven/denken is trouwens bij dit soort fietstochten een vanzelfsprekendheid. Want je bent voortdurend aan het plannen: route, veerboten, overnachtingen wel of niet reserveren etc.
Gisteren, oftewel achterwaarts, heeft me geleerd dat de realisatie van je reisplannen riskanter wordt als er veerboten in het schema zitten. Want ik had niet verwacht dat de laatste veerboot naar Falster al om 6 uur ging. Vandaar het onverwachte verblijf in Bogø en de annulering van het motel in Nørre Alslev.
En vandaag zit er een ‘echte’ veerboot in het reisplan, dus ik vertrek zonder een vooraf geboekte reservering van een overnachting. 
Als ik (fietsend) in Nykøbing aankom, dan zie ik dat ik nog 22 km moet om Gedser te bereiken, waar de veerboot naar Rostock om 13.00 uur zal vertrekken. Dat wordt me te krap, dus na hulp en advies van een geel hesje neem ik – met fiets uiteraard – de bus, die een rijschema heeft dat aansluit op de ferry. En dat loopt (flauw) als een trein. Via een automaat koop ik een ticket – dat overigens nooit wordt gecontroleerd – en parkeer mijn fiets op een imponerend groot schip, temidden van truckers uit vooral Oost-Europese landen.
Aan boord spendeer ik mijn laatste kronen o.m. aan een lekker bord eten voor fietsers: spaghetti!
Daar doet zich ook een luxeprobleem voor: neem ik er een Tuborg bij of een Carlsberg. In vorige reisverslagen meldde ik al dat dit soort ’tweeling-dilemma’s’ veelvuldig voor komen. Ik zal niet uitgebreid in herhaling vallen, maar ik doel op het type Kreidler of Zündapp, Amstel of Heineken.
Op aanraden van een Deen achter mij in de rij wordt het een Tuborg. Want, zo spreekt hij, ‘die is net even wat frisser’. Ik zal het verschil niet gaan merken, maar zijn hogere waardering manifesteert zich ook in een klein prijsverschil: de Tuborg is ietsjes duurder. De kronen moeten toch op. En, ik kan hem aanbevelen!

Op het schip is ook Wifi, dus ik durf het aan om vooruit te plannen en een kamer te reserveren in Güstrow, 50 kilometer onder Rostock. Ja, sterker nog, ik boek ook al vast een hostel in hartje Berlijn. Gelet op de reviews lijkt dat nl. sterk op mijn hostel in Kopenhagen. Laag geprijsd en een fantastische lokatie in ‘Mitte’.

Aangekomen in de haven van Rostock moet ik nog 10 kilometer fietsen om in het centrum van deze prachtige Hanzestad te komen. Het is me daar  toch een levendige boel! Ik krijg bijna het gevoel dat ik weer ’thuis’ kom in Duitsland. De taal, de Euro, het prijsniveau, zijn dingen die kennelijk prettig bij mij landen.
Wat ook leuk is bij binnenkomst van deze stad in de voormalige DDR zijn de sporen van hun verleden in de vorm van buitenwijken met enorm veel flats. Dat zijn bouwwerken die ik in Denemarken – even afgezien van Kopenhagen – weinig heb gezien. Ook typisch DDR zijn de complexen met volkstuinen die ik passeer en ook ken uit Emmen (thuisgevoel).

Na een kort bezoek aan de binnenstad van Rostock met veel prachtige gevels en gebouwen neem ik de S-Bahn naar Güstrow waar ik intrek neem in een ‘keurig’ hotel in het centrum. Een echte plusdag!

Naar Falster
Naar Rostock
Rostock I
Meteen goede tips!
Rostock II
Rostock III

Bericht 12

Datum:       Woensdag 12 juni
Traject:       Praestø – Bogø By
Afstand:      95 km
Weer:          een 3 ! snoeiharde wind, bewolkt, frisjes en mist bij het Møn-klif

Mijn Kro lag idyllisch aan een zee-arm, dus met een mooi uitzicht.  Ik had een sfeervol appartement met bediening ‘aan huis’, zoals gisteravond mijn dagschotel en vanmorgen een mooi compleet ontbijt op een dienblad. De eigenaar wil alleen contant geld…..
Het restaurant wordt uitsluitend gerund op afspraak door groepen of families. Dat was gisteravond het geval en daarom kon ik met de pot mee-eten. Een gelukje, want de Kro lag niet in of vlakbij een plaats.

Maar nu vandaag.
Krantenkoppen wekken vaak de indruk dat er in de wereld alleen maar narigheid is. Op Facebook daarentegen krijg je vaak het idee dat het leven één groot feest is. Laat ik daar vandaag tussenin gaan zitten. Want is zo’n fietstocht nou alleen maar plezier en genieten? Nee, natuurlijk niet. Er is ook heel veel ‘gewoonheid’, matigheid en saaiheid. En, zoals ik in één van mijn vorige reisverslagen dichtte, het is ook wel eens balen.
Vandaag was zo’n dag met een aantal minpuntjes. Die komen volgens Murphy vaak in veelvoud.

Om te beginnen merkte ik na 10 kilometer pittig fietsen, dat ik mijn bidons in de Kro had achtergelaten. En dat ondanks een voor mijn gevoel zorgvuldige final check in het appartement.
Een pilotenlijstje afwerken is toch kennelijk beter. Teruggaan? Nee, dat zou me minstens een uur gaan kosten in deze bulterigheid en met deze harde tegenwind. 

Ja, die tegenwind is een tweede minpunt van vandaag. Zoals sommige mensen graag Manneke Pis in Brussel, Bartje in Assen of de zeemeermin in Kopenhagen willen zien, zo had ik mijn zinnen gezet op de witte krijtrotsen van het eiland Møn. Ik schatte zelfs in dat dit mijn landschappelijke hoogtepunt zou gaan worden. Ik moest een een flinke omweg voor maken. Nu is mijn hele fietstocht in feite één grote omweg, dus deze 60 kilometer konden er – zo meende ik – wel bij.
Trouwens, mijn fietsroute had het klif ook opgenomen.
Het werd een heen-en-weer van 60 kilometer, waarvan de eerste 30 ronduit ‘hellig’ waren door de combinatie van een hele harde wind ( ik schat een 6) en venijnige hellingen. En dan ook nog eens mij tegemoetkomende fietsers die mij met medeleven zagen zwoegen. Balen dus.

Dan nummer drie: als ik uiteindelijk arriveer bij het Geo-center van het Mønklif hangt daar een zware bewolking, waardoor het klif in de mist onzichtbaar is. En als er nou één vakantieland van mij is dat ik niet met mist associeer, dan is het wel Denemarken. In het verleden hielden wij er windsurfvakanties met wel vaak veel wind, maar ook kraakheldere luchten. 
Ik drink mijn pech maar weg met een bakkie, dat met recht de naam ’troost’ verdient.
De 2e 30 kilometer westwaarts met rugwind maakt weer iets goed, zodat je bijna denkt ‘ hier doe ik het voor’.

Tenslotte overtref ik Murphy met nog een vierde pech. Als ik kom aanrijden bij de veerboot naar Falster zie ik de laatste boot van de dag net 50 meter de haven uitvaren. Een paar ‘beste stuurlui’ mompelen in het Deens (vermoedelijk) zoiets als, ‘ja jongen, da’s mooi pech’. 
Er is nog een optie met ver omrijden, maar de eigenaar van het havenrestaurantje raadt me aan om mijn besproken hotel te annuleren en een B&B te nemen aan de overkant van de weg. Hij belt en reserveert voor mij en waarschuwt me voor de hardhorendheid van de gastheer. Die ontvangt me even later en leidt me met veel Deense decibellen rond in een zeer royaal onderkomen waar ik de enige gast ben. Ik annuleer mijn andere reservering en ervaar ‘eind goed, al goed’, zeker nu de regen heel hard tikt op de kunststofoverkapping van mijn verblijf.
Oh ja, nog even over die 3 voor het weer. Die slaat natuurlijk op mijn beleving in relatie met mijn manier van verplaatsen. Want met mijn surfplank in Hvalpsund had deze dag vermoedelijk een dikke voldoende gescoord.

Mijn KRO
Onderweg
Mønklif
Onderweg
Onderweg

Bericht 11

  • Datum:   Dinsdag 11 juni
  • Traject:   Kopenhagen – Praestø
  • Afstand:  140 km
  • Weer:      Eerst wat regen, verder droog en overwegend bewolkt, graad of 20

Pluvius lijkt mij vandaag in Kopenhagen te willen houden, want als ik wakker wordt, dan plenst het.  Maar nee, regen houdt me niet tegen, alleen onweer. Dus vol in het (regen)pak verlaat ik deze leuke stad. Aeolus heb ik wèl aan mijn kant, want zoals ik zaterdag met rugwind de stad werd ingeblazen, zo helpt ook weer rugwind, maar nu in tegenovergestelde en voor mij gunstige richting,  mij via deels hetzelfde traject vlot de stad uit. En nu Pluvius ziet dat ik toch maar gewoon ga, geeft hij het op. Het stopt met regenen.

Eenmaal weer ‘buiten’ ervaar ik het contrast tussen die bruisende stad en de sfeer van het buitengebied: wind, vogelgeluiden, wuivend riet. Ook weer fijn. Beide – stad en platteland – hebben hun eigen charme.
Ik maak gebruik van het Duitstalige Bikeline-boekje ‘Berlin-Kopenhagen’. Dat zijn soortgelijke boekjes als de Nederlandstalige van o.a. Sweerman en Reitsma. Routekaartjes, routebeschrijving, suggesties voor overnachting, een track, het hoort er allemaal bij. En mooi passend in de stuurtas, zodat je het kaartbeeld voor je neus hebt. Voordeel van zo’n kaartje is dat je veel meer gebied ziet afgebeeld dan het navigatiebeelschermpje biedt.

De route, die door glooiend landschap gaat en soms ook pal langs kust, is kennelijk populair, want er komend mij opvallend veel bepakte soortgenoten tegemoet. Dat levert dan weer allerlei varianten van begroetingen op, maar erg uitbundig zijn ze niet. Dat was met die Royal Run gisteren wel anders. Maar wat wil je ook met 45.000 deelnemers! Carnavalesque was het soms.

De reis voltrekt zich verder zonder vermeldenswaardigheden. Als ik in de buurt kom van mijn geboekte Kro ziet een vrouw in een auto mij wat aarzelen over de te nemen weg. Ze heeft moeite met haar Engels en stelt daarom voor om voor mij uit te rijden. Dus gedurende drie kilometer moet ik nog even flink in de pedalen. Ze zet me voor de deur af. Geen Engels, maar wel een angel!
De Kro ligt nogal ver buiten Praestø, maar gelukkig maakt de vrouw des huizes nog een lekkere koude schotel voor mij klaar. De taakverdeling is klassiek, want de heer des huizes brengt me bier.
En dan ook nog mooi: de leeuwinnen hebben hun eerste WK-wedstrijd gewonnen. De dag kan niet meer stuk.

Onderweg I
Onderweg II
Staatskerk, dus met vlag
Veldboeketten
Kalkwinning