- Bericht 47 – Zaterdag 29 augustus
- Traject Rumegies- St. Quentin
- Afstand: 100 km.
We beginnen de dag om 8 uur met een ontbijt in de gastenkamer. Op tafel staan diverse producten van het huis, zoals zelfgebakken brood, compôte en allerlei jamsoorten. Daarna laten we Rumegies achter ons en onder sublieme weersomstandigheden beginnen we aan onze 100 km. Door typisch Noord-Frans landschap gaat het: licht heuvelend, lange hellingen, veel grote akkerpercelen met vooral graan, watertorens op heuveltoppen en regelmatig plattelandsdorpen met vaak een weinig levendige uitstraling. Herkenning van vorig jaar. In de dorpen ook vaak het bekende monument voor gevallenen uit de Eerste Wereldoorlog en onderweg af en toe een begraafplaats voor gesneuvelde militairen, waaronder zelfs soldaten uit Nieuw-Zeeland!
Het tempo zit er vandaag lekker in. Pas na 48 km onze eerste stop in Cambrai. Rond deze stad, die in de Vlaamse tijd Kamerijk heette is tijdens de 1e WO kennelijk flink gevochten, getuige de vele zuilen met informatie. De stad zelf heeft destijds ook enorme schade opgelopen. We kopen er een baguette en eten die met een restant Brie op een een klein park bij een oude stadspoort. Een consumptiepatroon dat me herinnert aan schoolwerkweken naar Parijs.
Op een zeker moment is het schrikken. Henk rijdt 200 meter voor me en plotseling zie ik hem met de bidon in de hand een rare zwenking maken en verdwijnt hij geheel uit mijn gezichtsveld in de berm. Geen enkele actie volgt en dus maak ik mij – naderend – behoorlijk zorgen. Bij hem aangekomen zie ik hem nog enigszins beduusd temidden van de brandnetels in een soort greppel liggen. Gelukkig wel een zachte berm en hij lijkt met de schrik te zijn vrijgekomen. Ik help hem weer in de benen, die door de brandnetels flink zijn bewerkt. Maar even later kunnen we de tocht vervolgen.
We doen nog even kort de abdij van Vaucelles aan, waar ik een stempel haal en waar we voor de eerste keer ook een fietsend stel uit Woerden treffen en spreken. Ze gaan wel richting, maar niet naar Santiago. In de buurt van Le Catelet wijken we kort van de route af en bekijken de plek waar de Schelde (l’Escaut) ontspringt. In het begin uiteraard een miezerig stroompje
Mooi op tijd en dus na 100 km. Strijken we neer op een terras in St.Quentin en daarna nemen we intrek in ons (gisteren) gereserveerde hotel Memorial in het centrum van de stad. Mooie lokatie. Als wij al een kwartier binnen zijn, zien we ook de beide genoemde Nederlanders binnenkomen.Dat is een verschijnsel dat zich op deze pelgrimage vast nog wel eens zal voordoen. Je volgt immers dezelfde route en maakt vaak gebruik van de in de gids van Sweerman genoemde overnachtingsadressen.