Bericht 46

  • Bericht 46 – Vrijdag 28 augustus
  • Traject: Ninove – Rumegies (Fr)
  • Afstand: 93 km.

De kuitkramp-aanvallen van de eerste nachten zijn intussen voorbij. De kuiten voelen ook al wat ‘strakker’, dus de wonderzalf van Carla kan in de toilettas blijven.

We vervolgen onze route vanuit Ninove via het jaagpad langs de Dender. Af en toe jachthaventjes, sportvissers en onderweg ook veel oude industriële bouwsels. België oogt sowieso vaak wat rommelig, maar schijnt op het gebied van ruimtelijke ordening ook allemaal wat ‘losser’ te zijn.

Na 15 kilometer letterlijk een hoogtepunt: de 110 meter hoge Oudenberg, die we via ‘de muur van Geraardsbergen’ over de kasseien beklimmen. Dat doen we deels lopend want de helling is af en toe 20 procent! Daarboven treffen we natuurlijk veel andere fietsers, want het is een beetje een heilige plek voor de amateurwielrenner. Onderweg staan ook informatieve zuilen met fietshistorie en boven staat een kapel met binnen veel marmeren of granieten wandplaquettes van dankbare gelovigen. Geraardsbergen ligt aan de rand van de Vlaamse Ardennen, vast onderdeel van de Ronde van Vlaanderen. Onder Geraardsbergen begint Franstalig België en dat zie je meteen aan de plaatsnamen en opschriften. Voorbij Lessines (koffiestop) gaat het door licht heuvelend landschap met maximale hoogtes van 120 meter. We doen een stopje op het sfeervolle en fraaie stadsplein van Tournai (Doornik) en aansluitend volgen we de Schelde. Dat scheelt heel wat kijken en lezen in de routebeschrijving. Gewoon bij het water blijven. In de Franse dorpje Rumegies vragen we diverse bewoners naar overnachtingsadressen, maar de score valt tegen. We bellen aan bij een Chambre d’Hôte, maar zien meteen aan de blik van de dame dat ze ‘complet’ is. Ze heeft wat met ons te doen en doet diverse belpogingen met andere adressen. Geen resultaat. Dan komt ze met heel veel Frans met een optie om toch bij haar te logeren. Wij wuiven – al lang blij – allerlei beperkingen weg en gaan op haar voorstel eerst eten. Echter, het enige restaurantje is gesloten en dus rest ons niets anders dan een geïmproviseerde maaltijd bij de boulangerie. Die werken geweldig mee en hebben er zelf ook veel schik in. We bouwen langs het trottoir een mini-terras en eten in het zonnetje warme Quiche met zowaar een heerlijk trappistenbier uit de streek. Koffie als dessert. Voorbijgangers kijken met lichte verbazing naar dit voor hen kennelijk nieuwe tafereel. Tsja, dit overkomt je met pelgrimeren.

Na aankomst blijkt onze accomodatie gewoon heel prima: een kamer, douche en toilet op de gang en verder kunnen we zitten in een sfeervolle gastenkamer of mijmeren in een gigantische achtertuin met heel veel eigen fruit. Als we plaatsnemen in de huiskamer worden we meteen voorzien van een schaaltje bramen. Deze dag kan niet meer stuk.

D948F7E8-DDD2-4B5F-A7C2-A387832C3CE1