19- Donderdag 5 juni
Traject: van Auvillar naar Montesquiou
Via: Lectoure en Castera-Verduzan
Afstand: 102 km.
Weer: Strak blauw, lekkere temperatuur, perfect dus een 10!
Muziek: Chansons, o.a. Aznavour, Dalida, Jean Ferrat en Celine Dion
(Maandag wasdag, maar donderdag voor mij heel veel jaren: decanendag)
Wat had ik een superadres deze nacht! Zonder twijfel mijn topper tot dusver. Een pelgrimsherberg pal in het historische hart van Auvillar, beheerd door een van oorsprong Duitse filosoof en zijn vrouw, een hartelijke Française die docente Frans was geweest. Een geweldig groot huis, deels 15e eeuws, waar ik een kamer voor mij alleen krijg met uitzicht op de ronde markthal en ….in de verte een kerncentrale. Kernenergie is in Frankrijk erg populair. Standaardprijs voor pelgrims plus ontbijt is 20€.
Enorme zitkamer, overal boeken, gezellig eetvertrek, diverse open haarden, fraaie barokke traptreden, kortom prachtige ambiance. Leuke gesprekken met de gastheer (ex-hoogleraar en Kant-kenner), deels in het Frans, deels in het Duits. Heeft ook fietsherinneringen aan Nederland, o.a. Breda, Amsterdam en Venlo.
Gisteravond een leuk restaurantje gehad, waar de wereld op z’n kop leek te staan. Ik heb er na het eten nog even lekker op een bankje gehangen (zie foto). Mijmeren over de hoogslaper.
Als ik goed en wel op weg ben, stuit ik op een enorme politiemacht met ME-ers, die bij een akker met opkomende mais staan. Als ik vraag wat er loos is, is het antwoord: “Revolution!” Bijna wil ik grappen dat die toch voorbij is, maar ik proef ernst. Er loopt ook een televisieploeg rond. Iemand legt mij uit dat ze onlusten van boeren verwachten. Die hebben namelijk een omstreden en kennelijk wettelijk verboden soort genetisch gemodificeerde mais verbouwd. Daar loopt een rechtszaak over, die vandaag in Toulouse tot een uitspraak komt. Als de rechterlijke macht daar de regelgeving van de wetgevende macht bevestigt, dan gaat de uitvoerende macht, die hier in volle uitrusting staat, met gehuurde en klaarstaande tractoren de akkers met mais ruimen=omploegen. De Trias Poltica, een Franse ‘uitvinding’, in de praktijk! En heel grimmig dus.
Ik vervolg mijn weg intussen weer door veel mooier dan gewoon- mooi Frankrijk. Prachtige paletten van akkercomplexen met veel kleurtinten, omzoomd door veel boomsingels en dat alles in een zonovergoten en glooiend landschap. Een inspiratie-goudmijn voor Ton Schulten.
Huizen worden ook Mediterraner: roomkleur, lavendelblauwe luiken, halfronde dakpannen, overdekte terrassen en soms een zwembad. Maar verder maak je toch ook heel veel kilometers door stille en doodse dorpen waar niets te krijgen is. Hier schijnen ook veel Nederlanders te wonen.
Ik krijg associaties met de vaak fraaie televisiebeelden vanuit de lucht tijdens de Tour de France.
Ik stop even, want ik heb weer drie steekwoorden te noteren:
Knap
Auto’s
…..?
Verdorie, de derde ben ik al weer vergeten. Lohues zong eerder al: “ik gleuf da’k wat vergeetn ben, maor ‘k ben vergeetn wat”.
’s Avonds, een ‘stukje’ schrijvend, levert dit het volgende op:
Knap
Op de IPod komt een stukje gesproken tekst voorbij van Godfried Bomans. Er wordt hem gevraagd om zijn mening over de kwaliteit van de stukjes die de schrijver Henri Knap produceert. Na lang nadenken voor een hoopvol publiek zegt hij op de droge Bomans-manier: “Eh….,ja,….het is Knap hè”(of zegt hij ‘knap’). Mooie dubbelzinnigheid.
En ja, ik voel me intussen ook een beetje een stukjesschrijver. Ik heb daar best plezier in. Maar het zou heel goed kunnen, dat jullie mijn stukjes intussen knap zat zijn. Veel te uitgebreid, te veel onzin, veel ego en meer van dat soort beoordelingen. Maar ik krijg ook positieve signalen. Sommigen gaan zelfs zover dat ze het woord ‘knap’ gebruiken. Dat is natuurlijk wat veel van het goede. De meeste stof komt dagelijks zomaar aanwaaien. Neem zo’n polite-verhaal. Nee, ik vind het pas echt knap als iemand vanuit z’n luie stoel (Bomans vond reizen maar onzin) leuke stukjes weet te schrijven. Of zoals Toon Hermans: heel veel zeggen over heel weinig. Wat zei Wortschatz ook al weer? Oh ja,
‘In der Beschränkung zeigt sich der Meister’. Ik heb daar moeite mee. Ik ben nu eenmaal gek op soep.
Auto’s (beetje voor insiders, vooral H)
Ik zie – in tegenstelling met bijvoorbeeld Engeland – opvallend weinig echt mooie auto’s. Fransen lijken daar niet zo om te geven. Wel komt mij af en toe leuke nostalgie tegemoet, die leidt tot associaties en herinneringen. Ik kom bijvoorbeeld de destijds wat gedistingeerde Peugeot 404 van Meneer Bosscha tegen, onze docent Boekhouden en Handelswetenschappen. Bij uitstek de beste docent die ik ooit had: vakkundig, geestig en op een ‘natuurlijke’ manier orde scheppend.
Ook af en toe een ‘snoekebek’ (Citroën DS) waar Norbruis in reed, docent Recht en tevens uitgever.
Verder natuurlijk de lelijke eend (wie had-em niet) en de onverwoestbare Renault4, waar ik/wij er 4 van hebben gehad. We reden er- met een deuk uit Istanbul- diep Turkije mee in. Onvergetelijk.
Intussen is het aantal lopende pelgrims dat ik zie enorm toegenomen. Gisteren nog verpakt in poncho’s, vandaag kleurrijker en luchtiger gekleed. Soms, bij een pittige helling, fiets ik met een snelheid van 6,8 km. per uur bijna gelijk met ze op, alleen daarna……..
Wie/wat/hoe is de gemiddelde pelgrim? Leeftijd? Eerder vrouw dan man? Ik zal er eens op letten.
Over gemiddeld gesproken. Wat me iets tegenvalt, is mijn gemiddelde snelheid op een dag, stops meegerekend. Ik schat het rond de 12 kilometer per uur, want vaak heb ik dagelijks toch zo’n 8 tot 9 uren nodig om 100 kilometer te verzetten.
Ja en al associërend, het is donderdag, nog een kleine anekdote (kun je ook gerust overslaan):
In 1998 zat ik met honderden decanen in een congreszaal in Utrecht. Eén van de inleiders sprak:
“Ik heb eens uitgezocht wie of wat de gemiddelde decaan is: het is een man, hij is 49 jaar en hij is docent aardrijkskunde”. “DAT BEN IK!”, riep ik spontaan en de halve zaal (want gemiddelden zitten halverwege) draaide zich om. Alleen, ik was de enige. Maar zo gaat dat met gemiddelden.
Vandaag gaat het fietsen, ondanks af en toe toch een pittige, korte klim voortvarend. Plotseling merk in bijvoorbeeld dat ik al weer ‘uit mijn kaartje’ ben. Goed teken. Het is opvallend hoe er na een klein stopje vaak een golf van zurigheid door je benen trekt. Gelukkig duurt dat meestal slechts zo’n 15 seconden en dan gaat-ie weer.
In een dorp zie ik een vrouw met het hoofd diep onder de motorkap olie verversen. Kijk, dat is nog eens emancipatie! Ook komen me opvallend vaak vrouwelijke buschauffeurs tegemoet.
Vlak voor mijn eindbestemming van vandaag nog even een 6% klimmetje van 2,5 kilometer. Dat klusje duurt in mijn geval al snel 20 minuten. Daarna zak ik Montesquiou (bijna Montesqieu!) binnen.
Mijn telefonisch geboekte Auberge is dicht, maar via een zijdeur kom ik binnen. Eenvoudig en sympathiek hotelletje waar ik ook een dagmenu eet met, take it or leave it, …..kipfilet. I take it.
Ze hebben geen WiFi , dus bel ik aan bij een dichtbij gelegen Chambre en krijg hun code, zodat ik daar voor de deur buiten kan internetten. De gelegenheid maakt …….je creatief.
Foto: nog even lekker op een bankje hangen, of liever ‘aan’