17 – Dinsdag 3 juni
Traject: Van Martel naar Cahors
Via: Rocamadour
Afstand: 95km.
Weer: Veel zon, ook wel lichte bewolking, geen regen, dus weer een 9
Muziek: Pianomuziek
De nieuwe alledaagsheid heeft intussen min of meer vaste vormen aangenomen: opstaan, opfrissen, ontbijt, beetje ordenen, de fiets behangen, fietsen, fietsen, fietsen, af en toe een stop (foto, notitie, bezienswaardigheid), arriveren, installeren, eten, verslagje maken, slapen. Aangename routine. Het is een soort ‘menu du jour’ en ik lust er tot nu toe wel soep van. Brengt me meteen bij jullie vraag: lukt het wat met dat genieten van het onderweg zijn ? Een genuanceerd antwoord (ik ben nu eenmaal een weegschaal): Op macroniveau , zeg maar: totaalbeleving, gaat dat prima. Dat geldt ook voor het dagelijkse mesoniveau. Alleen op microniveau (iedere minuut) valt er nog wat te leren. Vooral als ik me omhoog werk bij hellingpercentages boven de 6 procent. Dan heb ik nog steeds veel muziek nodig. Vandaag geen shuffle, maar een keuze uit de ‘genres’. Een mooi compromis tussen de willekeur van de shuffle en de beperking tot één album of artiest. Die Steve Jobs had goed door wat zijn klanten wensen. Vandaag valt de keuze op pianomuziek: rustgevend. O.a Pianoconcert 21 van Mozart, Chopin , maar ook Scott Joplin.
Ik heb er intussen 1489 km. op zitten. Ben dus ongeveer halverwege. Na 15 fietsdagen mijn streven van ongeveer 100 km. per dag gehaald. Ben blij dat ik zo wat reserve creëer, want 5 keer 7 keer honderd = 3500 en dat hoeft niet.
Rond 8 uur ga ik van start met een mooie afdaling in de richting van de Dordogne. Het wegdek is opvallend goed. Zal wel mede gefinancierd zijn met onze toeristenbelasting, want ‘wij ‘ komen hier graag. Getuige de steile grijze rotswanden (gorges) heeft de Dordogne zich hier diep ingesneden in een bosrijk landschap. Af en toe maak ik kleine routefoutjes, want ik kijk te veel op de kaart en te weinig naar de routebeschrijving. De route staat met paars goed ingetekend, maar daardoor lijkt mijn route een soort ‘hoofdweg ‘, zodat je snel geneigd bent om te grotere wegen te volgen. Even wat alerter zijn dus.
Als ik drie opmerkelijke dingen voor mijn verslag waarneem, stop ik even voor een notitie. Want een man van sixty-four vergeet snel iets. Ook moet ik natuurlijk af en toe ‘uit de broek’. En dat duurt voor een man van sixty-four wel even…..
Oh ja, ik moet (helaas) ook wat glans afnemen van het derailleurwonder van gisteren, want ik denk dat ik een verklaring heb. Vermoedelijk heb ik bij het afbinden van de tas achter het zadel een derailleurkabel ‘meegenomen’, waardoor die minder soepel functioneerde. Toch weer wat te snel geweest met mijn inschatting van een wonder. Hoewel: misschien is het wel een wonder, dat ik – als niet-techneut- een verklaring vond. Toch is de les een beetje dat je met een al te snel wonder of met al te snel pochen vaak wordt teruggefloten. Dus laat ik me verder nog niet al te veel uit over andere dingen waarvan ik vind dat ze tot nu toe erg goed verlopen. Misschien later.
Het is vandaag weer behoorlijk klimmen en dalen. Op een zeker moment is daar ineens een schitterend panorama op de bedevaartsplaats Rocamadour. De stad ligt wondersch…., pardon ik bedoel schitterend opgestapeld tegen de steile rotswand. Kijk beslist eens op Internet. Hier past echt een superlatief: superbe! Ik maak er een uitgebreide stop, klim de pelgrimstrap op en bezoek o.a. de kerk met de zwarte Madonna. Ook haal ik er een stempel en koop een paar ansichtkaarten.
Verder maar weer. Op een zeker moment word ik nogal on-Frans (beetje krap dus) ingehaald door een grote vrachtwagen met oplegger. Zoeffff. Als-ie me voorbij is zie ik op de achterkant in hele grote letters: ‘Ensemble, vivons la route’. Ja, ja. Maar ik hoor hem al zeggen: ” Wat zeur je nou, je leeft toch nog!?”
Soms een stop voor een Cola. Die neem ik vandaag extra, want de halve kip van gisteren is me heel slecht bekomen. Ik bespaar jullie de details, maar gelukkig heb ik Diacure bij me. Geen kip meer.
Tussen de toeristisch vaak leuke plaatsen is het toch vaak weer langdurig erg stil en rustig. Het gorge-landschap biedt veel mooie vergezichten die aanleiding zijn voor foto-stopjes. Als de hellingen me te steil worden verlaag ik het percentage een beetje door de uiterste buitenbocht te nemen, zelfs (soms) als de bocht naar rechts gaat.
Om half zeven kom ik Cahors binnen. Ook weer een mooie stad en ook weer aan een schoolvoorbeeld van een meander, nu in de rivier de Lot. Ik vind de al eerder opgezochte pegrimsgîte, waar ik een bovenbed krijg toegewezen. Als ik duidelijk maak dat ik bang ben om daar uit te vallen, heeft de beheerder gelukkig voor mij een alternatief op de zolder. Beter. Na installatie eet ik in de stad Tagliatelle met zalm en schrijf naast het bord dit verslag.
PS Soms is de tekstverwerker me te snel af en kiest zelf een woord. Vaak zie ik dat, maar niet altijd, denk ik. In dat geval sorry (en soms raden wat ik had willen schrijven).
Op de foto mijn souvenir van de refuge uit Chemin in de vorm van een plastic geel lint. Heeft al een paar keer geleid tot een herkenningspraatje. Dus de schelp voorop en het lint achterop. Wappert flink, dus ook nog wat veiligheid. Ajuus.