Alle berichten van admin

Bericht 29

29 – Zaterdag 14 juni
Traject: Geen (verblijf Sangüesa)
Afstand: Stadswandeling
Weer: Warm en zonnig; harde wind
Muziek: Een uitbundig live-concert onder arcades door een (very) bigband.

‘Buen camino!’ Dat is het eerste gesproken geluid dat ik vanochtend hoor. Het is half zeven en kennelijk passeren onder mijn raam enkele, al vroeg vertrokken pelgrims. De Camino de Santiago met z’n bekende blauw-gele markeringen loopt dwars door dit stadje en bij mij hier over de brug. Misschien is het een idee voor mij, om vandaag of morgen ook een stukje (op en neer) van de route te lopen. ‘k Heb toch wel de tijd.
Verder lijkt het me ook leuk om nog eens wat meer een beeld te krijgen van het gewone leven hier. Kennen jullie het Drentse dorpje Anderen? Van minstens één van mijn ‘volgelingen’ weet ik het zeker. Tijdens mijn studie had ik een verplicht bijvak Culturele Antropologie , zeg maar volkenkunde. In dat kader las ik het boek dat de Amerikaanse professor Keur – van Nederlandse komaf neem ik aan – schreef over het (gewone) leven in zo’n Drents dorp. Hij verbleef er zelf een jaar en probeerde, zoals goede antropologen dat doen, participerend te observeren. ‘De doppen goed openhouden’, zou mijn vader zeggen. Wat wij soms ‘normaal’ vinden, wist Keur op een boeiende manier te beschrijven: burenhulp, lampionnetje lopen, dingen verslepen op oudejaarsavond. Van die dingen.
Iets in die geest kan ik misschien hier ook proberen, maar ik schrijf nadrukkelijk ‘iets’ want ik ben geen vakman, er is een taalbarrière en …..ik hoop zeker geen jaar te blijven. Dus wellicht is het grootspraak. Maar gisteravond zag ik dus al iets, want is dat nou normaal…..horden kleine kinderen die om half elf ’s avonds nog op straat lopen te voetballen e.d.? Ik zal m’n best eens doen.

Eerst boodschappen doen voor een ontbijt, want de baas moet naar Pamplona. Ik raak al ’thuis’ want in de Calle Mayor passeer ik – uitgerekend – eerst de fietsenmaker met een brood onder z’n arm en vervolgens word ik begroet vanuit een passerende poltie-auto. Toeval? Is ons waarnemingsvermogen op dit punt te selectief? Het idee dat er iets of iemand ‘aan de knoppen’ zit staat me tegen. Dit is mooi voer voor filosofen of….theologen. Het is immers ook weer bijna zondag.

Bij het toeristenbureau haal ik wat documentatie en krijg wat vragen beantwoord. Wat die kinderen betreft: die zijn al begonnen aan hun ongeveer drie maanden durende zomervakantie! Dus, hoezo op tijd naar bed. Ze vertelt me dat de kinderen in de ook nog warme weken rond de zomervakantie alleen een ochtendrooster hebben en slechts in de ‘koudere’ periode een ochtend- en middagrooster. Let wel, ik heb het nu over de bassischoolleeftijd.
Ik loop langs bezienswaardige gebouwen en bekijk de Kerk van Santiago van binnen. Jacobus hangt – met schelp – in de vorm van een standbeeld boven de ingang. De kerk is van binnen erg somber en donker, maar dat komt door de Romaanse oorsprong: kleine rondboogramen laten niet veel licht door. Achter het altaar is weer heel veel goudkleurige opsmuk te zien. Het is lekker koel in de kerk en er zit één vrouw in een bank te mediteren/bidden. Ook heeft het stadje een aantal mooie huizen uit de Renaissance van rijke families. Het zijn ‘palacio’s’ met o.a. sterk overhangende dakranden, die aan de onderkant – dus voor de voetganger zichtbaar – fraai zijn versierd met houtsnijwerk.
Drink koffie met een zoet baksel bij een panaderia, waar ik de krantenkop zie met een wanhopige
Casillas, de man die vijf keer moest buigen voor Nederland. Een land waar Spanje heel lang geleden ook al mot mee had.
Bij de pelgrimsherberg, waar maandag mijn verblijf in Sangüesa even heel kort begon, haal ik een stempel (sello) voor mijn credencial. Daar tref ik ook weer die ‘Duitser-met-de-spoorbiels’. Die heeft me dus intussen, en nog wel lopend, maar mooi ingehaald. En ik maar denken dat-ie op zou geven.
Ik had het kunnen weten, Duitsers geven nooit op. Grappig trouwens om te ervaren hoeveel herhalingskenmerken zo’n tocht met zich meebrengt: mede-pelgrims, Hermans, toevalligheden, Dalstra, dilemma’s en meer.
Door Jaca, Pamplona en nu Sangüesa ervaar ik ook wat deze Spaanse steden zo kenmerkt: Het zijn vooral de (optisch) smalle straten met de zeer hoog aan beide kanten oprijzende stijle en bovendien kleurrijke gevelwanden die mij regelmatig naar de camera doen grijpen.
In de hoofdstraat (Calle Mayor) staan en zitten veel mensen te luisteren naar een zeer uitbundig live-optreden van een bigband. Vooral de blazers laten van zich horen. Ze spelen o.m. filmmuziek van Enrico Morricone. Dit is echt de carnavalesque sfeer van Spaanstalige landen: Spanje, Mexico, Latijns Amerika.
Nog wat last van de zware hap van gisteren hebbend, besluit ik zelf maar eens een potje te koken. Doet me denken aan m’n kamer in Groningen: een eenvoudige macaroni, bestaande uit pasta, een puntje ( van die lachende) kaas en een potje rode Bolognesesaus. Dat fröbel ik op mijn hotelkamer in elkaar. Alleen de ‘Groningse Smac’ fantaseer ik er bij.
Met een toet van yoghurt best geslaagd. En: eten uit de pan, dus bijna geen afwas.
Na wat uiteenlopende bezigheden in het hotel maak ik nog een wandeling naar het hoog gelegen uitkijkpunt achter het hotel, vanwaar ik een schitterend uitzicht heb op mijn tijdelijke woonplaats.
Dit alles onder de hoede van een enorm Jezusbeeld. Rio de Janeiro in het klein, zeg maar.
Terug in het hotel word ik gebeld door ‘mijn’ politieman, die met mij een afspraak maakt voor komende maandagmorgen 9 uur. Heel correct, prettig en in het Engels. Geruststellend bovendien.
Morgen verder.
Hasta luego.

Op de foto: het dagelijkse leven van de pensionado’s in Sangüesa.

20140614-195748-71868405.jpg

bericht 28

28 – Vrijdag 13 juni
Traject: Per bus van Pamplona naar Sangüesa
Afstand: Ik schat zo’n 40 km.
Weer: Warm en zonnig; harde wind (geen last van)
Muziek: De internationale, het strijdlied van de socialisten.

Deze ‘verhuisdag’ begint met een mooi bericht. De zeer attente Wilco van de firma Soetens mailt mij dat ik dinsdag desgewenst een stuk met de chauffeur (plus de te leveren fiets) mee kan rijden, verder Spanje in richting Santiago. Dat zijn de ware pelgrimsmomenten! Ik ga er vast gebruik van maken.
Verder zie ik dat ik gisteren een verkeerde foto heb bijgevoegd. Die dame is immers bepaald niet verleidelijk en bovendien heb ik de baard er nog niet af. Maar ja, van de echte Eva had ik ook geen foto gemaakt. Ook maar weer een les: Zelfs de kleinste foutjes worden meteen afgestraft.

Voordat ik vertrek, maak ik eerst nog wat Spaanse introducerende briefjes voor de politie en de fietsenmaker in mijn nieuwe ‘woonplaats’ Sangüesa (nog niet vaak een zo onbekende plaatsnaam zo veelvuldig getypt). Volbehangen met tassen verlaat ik het hotel en neem de bus naar het centrum, waar ik me in de buurt van het busstation positioneer op een schaduwrijk terras. Daar krijg ik nog een mooie attractie cadeau, want er passeert, voorafgegaan door politie, een kleurrijke en zeer luidruchtige demonstratie. Ze scanderen leuzen en zingen o.a. De Internationale. Ik zie woorden zoals ‘salario’ en ‘empleo’. Dat zijn herkenbare termen nietwaar?
Ook het thema ‘W.F.Hermans’ komt weer voorbij, want er passeert een zilvergrijze Morgan (Hermans had een witte) gevolgd door nog enkele – uiteraard Engelse – klassieke sportwagens. In de auto’s sjieke Engelse echtparen met zonnehoedjes en geruite petten. Ik zwaai even, zij terug.
En dan nog een herhalend element: als ik het moderne en eerder genoemde ondergrondse busstation binnenloop is de eerste bus die ik zie…..een bus van Dalstra uit Surhuisterveen. Geloof het of niet, maar laat dat nu de firma zijn die mij aan het hoogslaperssyndroom heeft geholpen! Het enige wat nog ontbreekt is dat ik bij de bus dezelfde chaufeur tref. Nee, nou moet ik ook weer niet te veel willen. Dit is al een wonder.
Spreek ook nog een loper-Australiër die in Londen in zo’n pakhuisappartement in Canary Wharf woont. Zegt jullie niet veel, maar de werkweekgangers van het Hondsrugcollege wèl.
Met een luxe touringcar vindt mijn verkassing plaats. Vergelijk het maar met een verhuizing van Groningen naar Coevorden, al moet ik wel zeggen dat dit ‘Coevorden’ = Sangüesa slechts ruim 5000 inwoners heeft.
We rijden door een mooi golvend en agrarisch productief landschap. Veel akkerbouw. De bus zit halfvol en maakt vrijwel geen tussenstops. Na aankomst blijk ik op loopafstand te zijn van mijn geboekte hotelletje.
Het is een ‘Hostal’, zeg maar een eenvoudig hotel. Ik heb het gekozen om – nog niet weer fietsend – wat privacy te hebben. Het pakt goed uit. Dicht bij de centrum, uitzicht op de toegangsbrug over de Aragon en……..op steenworpafstand van politie en fietsenmaker, die ik allebei even bezoek en mijn briefjes laat lezen. Dan weten ze dat ik er ben. Dat wordt verder uiteraard nog vervolgd.
In een Baskisch restaurant, waar de menukaart ook in het Baskisch is, word ik herinnerd aan het loskomen van het alledaagse (eten). Ik waag de gok en bestel, hou je vast:
Naffaroako txahal azpizuna piper beltzun saltsan edo rokefort saltsan nkroketak eta patata frijituak !
Net als jullie herken ik hier en daar woorden, maar….. raad of puzzel maar eens wat ik krijg.
In elk geval wordt het een stevige, ik mag wel zeggen zware hap, waar ik in het hotel wel even van moet recupereren. Dus na de hap …..eerst maar een nap.

En dan nog de avond……..Spanje tegen Nederland. Onze verwachtingen: niet hooggespannen.
Eerst denk ik nog even op mijn kamer te blijven, want aan de muur hangt een kleine platte TV.
Maar om 9 uur heb ik wel zeer uitbundig en typisch Spaans voetbalcommentaar, maar geen beeld.
Dus snel de straat op, waar het uitbundig en levendig is met o.a. een muziekoptreden van een groep tieners. Maar, alsof er geen voetbal bestaat. Ook in het eerste, misschien niet beste, café wordt slechts zijdelings naar het grote TV-scherm gekeken. Ik poneer mij vrijwel alleen – met bier van Freddy – voor de buis, oh nee, het beeldscherm, want buizen zijn passé. Ik kan ook rustig de armen in de lucht steken als wij beginnen te scoren. In de rust ga ik de straat weer op. Café’s genoeg. Opvallend, hoeveel heel jonge kinderen nog aan het spelen en ravotten zijn. Is dat elke avond zo ? Of komt dat omdat het vrijdagavond is. Ik ga het nog merken, want ik blijf 5 nachten.
In een volgend café weer hetzelfde verhaal.
Temidden van alleen wat opgeschoten jochies zit ik weer pontificaal te genieten, nu van een nog groter en ‘strakker’ beeld. Ongekend, 5-1 !! Viva Holanda. In de wolken – de straten nu rustiger – keer ik om 11 uur huiswaarts en maak dit verslag. Dat wordt vast goed slapen.

Op de foto:
Uitzicht op Sangüesa vanuit mijn kamer (via de horren)

20140614-000245-165978.jpg

Bericht 27

27 – Donderdag 12 juni
Traject: Lopen door Pamplona 2e dag
Afstand: Ongeveer 7 kilometer
Weer: (Erg) Warm en zonnig
Muziek: Klassieke achtergrondmuziek bij de barbier van Pamplona

Vannacht slecht geslapen. Warm, veel wakker en nog wat malen over de oorzaak van mijn ongeluk. Ik zal vrijdag de fiets en vooral de wielen nog eens goed bekijken. Volgens mij mankeerde daar niets aan. De hele affaire krijgt, vrees ik, nog een flinke staart. Mijn voorlopige overtuiging blijft, dat één van de wielen plotseling is geblokkeerd door iets wat niet van buitenaf is gekomen. Mochten jullie (of je netwerk ) suggesties hebben, dan houd ik me sterk aanbevolen. Let wel, het gaat dus volgens mij om een wielblokkade. Bij een vastlopende ketting blijven de wielen (toch?) gewoon draaien.

Ik begin de dag, na het ontbijt in de lounge van mijn ’thuis’, met het maken van een mail voor de agent die me heeft bijgestaan en vraag hem om voor mij een proces-verbaal te maken van wat hij met mij heeft meegemaakt. Ook hoop ik dat hij nog even met mij naar de fietsenmaker in Sangüesa wil, zodat we misschien ook het oordeel van deze man kunnen meenemen. Dan heb ik iets in handen in Nederland.
Omdat ik het vervolgdeel van mijn pelgrimage een beetje als een nieuwe start beschouw, wil ik ook de baard en snor eraf hebben. Na hier en daar wat vragen krijg ik een adres waar ik met de bus naar toe reis. Leuk zaakje. Hartelijk welkom señor, als u even wacht, dan…….Maar al na 5 minuten wachten zit ik- of liever lig ik- weer naar een plafond te kijken. Meteen realiseer ik mij dat ik binnen een week voor de tweede keer in Pamplona onder het mes ga. Wie me dat nadoet krijgt van mij de duurste fles Rioja die Gerrit van de Bos in de winkel heeft.
En er zijn frappante parallellen met het ziekenhuis: eerst wachten, dan voorwerk, dan het echte werk en tenslotte het nawerk. Er zijn twee vrouwen in de zaak. Na dus even te hebben gewacht, begint één van de twee met de aanloop: tondeuse, een smeersel wordt masserend aangebracht, drie keer word ik gezichtsbedekkend van warme doeken voorzien (denk maar aan de Chinees) en dan word ik als een soort clown in witte scheercrême gezet (zie foto). Dan is de ‘specialiste’ aan de beurt die mij met scheermessen zo glad scheert als ik nog nooit ben geweest. Daarna mag de andere zuster het afronden met doeken, aftershave, weer gezichtsmassage en ze sluit het charmant af met waaiende handdoekjes die een soort ventilatoreffect hebben ter verkoeling. De hele behandeling duurt zeker drie kwartier. Nou ? Een soort van beauty- behandeling zeg maar. Je zou er haast met Ryanair voor naar Pamplona vliegen. Twee dames, drie kwartier, 16 €.
Sorry, ik vond het zo’n belevenis dat ik het maar uitgebreid heb beschreven.

Fris als een hoen de stad weer inlopend weet een andere vrouw me over te halen tot het genieten van een driegangenmenu (zie foto). Het is tenslotte ook al één uur.
Om twee uur sluiten vrijwel alle winkels en gaan dan van 5 tot 8 weer open. Gelukkig draait de horeca gewoon, nee meer dan gewoon, door.
Bij het treinstation informeer ik naar mogelijkheden om de fiets mee te nemen in de trein. Maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Regionale treinen, lange-afstandstreinen, diverse maatschappijen leveren een vertroebeld beeld. Bovendien spreekt de beambte geen woord Engels, maar wel veel van die rrrrrollende Spaanse errrrrren en dat op een kenmerkende barse toon. Thuis op Internet maar verder oriënteren.
Dan wandel ik langs de kooien waar jaarlijks de stieren worden verzameld voor de ‘bull-run’. Veel staal, hekwerk, loopbruggen en veiligheidssluizen. Van een medewerker mag ik binnen de hekken wat foto’s maken. Vervolgens loop ik de stierenroute door de smalle straten naar de Arena. De beschrijving wijst o.a. op de vele winkelportiekjes waar veel lopers soms een veilig heenkomen zoeken. Die straatjes – meestal ‘Calles’- zijn door hun kleurrijke gevelhoogte heel fotogeniek.
Bij Burger King nog even wat WiFi-activiteiten en daarna terug naar het hotel.
Douche, verslag, skypen, eten, voetbal. Man, ik heb het gewoon druk!

Twee keer onder het mes, dus – vooruit – ook maar twee foto’s: Popov de clown en de verleiding door Eva (zelf inzoomen voor de prijs).

20140612-205122-75082390.jpg

20140612-205121-75081481.jpg

Bericht 26

26 – Woensdag 11 juni
Traject: Lopen door Pamplona
Afstand: Gokje, 6 kilometer
Weer: Warm en zonnig
Muziek: Accordeon in park

In deze omstandigheden geniet ik erg van dit voor mij wat luxe hotel Sancho Ramirez. Voor wie ‘keurig’ op vakantie wil een aanrader. Rustig gelegen, net buiten de oude stadskern, waar je met de bus naar toe gaat of lopend in 15 minuten. Een kamer met ontbijt kost mij hier 75 € per nacht. Maar eens proberen of de reisverzekering dat wil vergoeden. Hoort allemaal bij het staartje.
De operatiewond geneest goed en de schaafplekken irriteren nog. Verder zit ik weer goed in m’n ………..eh, nou vooruit: vel (figuurlijk natuurlijk).
En dan heb ik natuurlijk in deze ’tussenfase’ nog een ander geluk: donderdag begint de WK !
Dat wordt nog wat, vrijdag in café in een provinciestadje (Sangüesa) en dan Spanje tegen Nederland. Mooi dilemma: Zal ik mijn oranje polo aan doen? Dan misschien ook de fietshelm maar opzetten…..

Na het prima ontbijtbuffet zet ik in mijn hoofd een knopje om en kies voor de toeristische modus. We gaan van de nood een deugd maken. Dat valt me niet zwaar, want ik kijk graag met de camera-ogen van mijn nieuwe vriend, de noodgedwongen in Aken gekochte Olympus. Die lijkt wel wat op mij, want hij heeft ook een knopje dat je om kunt zetten om een modus te kiezen: landschap, portret, sport, noem het maar. Heel flexibel en groot aanpassingsvermogen. En ook nog, net als ik, een zelf-ontspanner.

Nog even tussendoor een mooi voorbeeld van digitaal gemak (niet mijn verdienste dus):
Op mijn IPad – zwaar, maar gelukkig meegenomen – open ik Google Translate. Kies voor Nederlands- Spaans en maak in het Nederlands een brief voor komende vrijdag, als ik bij de fietsenmaker in Sangüesa kom waar mijn kapotte fiets staat. Uitgebreid kan ik formuleren hoe de verdere afwikkeling zal plaatsvinden. Vervolgens met één toetsaanslag is daar de hele brief in het Spaans ! Het is een wonder. Ik kopiëer de brief en plak hem in een e-mail die ik naar de hotelreceptioniste stuur. Haar had ik vooraf gevraagd of ze voor mij een mail wilde printen. En zodoende heb ik even later een geprint document, dat mij komende vrijdag heel wat bewegingen van handen en voeten kan besparen.
En nog iets: bij entrée van de kathedraal kan ik even niet aantonen dat ik een ‘pelgrim’ ben, maar met een foto van mijn stempelkaart op m’n IPhone overtuig ik de cassiëre. Thanks to the Lord zou ik haast willen zeggen, maar hier toch maar – en met enige moeite – thanks to Steve Jobs.

Oké, kom mee de stad in. Pamplona dus. Een stad met oude papieren en dus veel monumenten. Maar Pamplona is ook een levendige en moderne Europese stad, zoals ik nog zal toelichten.
(Vergeef me intussen het vele ‘ikken’, maar dat krijg je als je alleen reist)
Pamplona is de hoofdstad van de provincie Navarra en telt bijna 200.000 inwoners. De Baskische naam is Iruña en de stad ligt aan de rivier de Arga. Jaarlijks, begin juli, is de stad in het nieuws vanwege het gevaarlijke stierenrennen. Voor ons een moeilijk voor te stellen gebeuren.
Mijn wandeling begint tegenover het hotel, waar ik moeders met kleintjes zie, maar ook joggende sportievelingen en een open en publiek toegankelijk modern stel fitnesstoestellen die flink gebruikt worden.
Ik ga op een bankje zitten, neem een sigaar(tje) uit eigen doos (heb nu de tijd) en kijk naar kinderen in schooluniformen die kennelijk gymles hebben. Ze zijn druk in de weer met een bal en het lijkt op volleybal. Het veld is -zoals wij dat vroeger ook deden – afgebakend met schoenen en kleding. In het park zijn ook vrije WiFi-zones. Hebben wij dat ook?
Ik loop dwars door de oude citadel en passeer een matig spelende accordeonist, aan wie ik mijn geld dat bedoeld was voor de stadsbus doneer. In de hoop dat hij zich daarna – de buit is immers binnen – wat inhoudt, begint hij nog meer decibellen te produceren. Nu houd ik wel van muziek, zo is wel gebleken, maar nu versnel ik toch mijn pas, want van tandjes bijzetten is even geen sprake.
Intussen maak ik wat foto’s van de citadel met op de achtergrond de moderne hoogbouw. Mooi contrast. Verkennend en met het oog op komende vrijdag, als ik ga verkassen, ga ik op zoek naar het busstation. In eerste instantie ziet dat er wat bescheiden uit, maar mijn mond valt open als ik de lift neem naar min-twee. Ik kom in een ondergronds Pamplona dat me doet denken aan de grote ondergrondse busstations van de Greyhoundbussen in de Verenigde Staten. Hier in Pamplona een verzamelpunt van allerlei busmaatschappijen die in allerlei richtingen vertrekken en daarnaast ook een soort ‘Laag-Catherijne’ (voor wie ‘Hoog’ kent). Een soort ‘mall’ op zichzelf.
Ik krijg een dienstregeling voor mijn geplande busrit naar Sangüesa. Ben wel blij om de lokatie even te hebben gezien, want vrijdag ben ik een transportkameel.
Afgewisseld door terraspauzes wandel ik langs de highlights van Pamplona, o.a. het monument van het stierenrennen, de arena, de kathedraal, diverse kerken en stadspoorten etc. Ik zal jullie – en mijzelf ook – nu niet verder vermoeien met details. Voor liefhebbers: Google. De uitzinnige pracht en praal in de kathedraal heeft trouwens op mij een averechtse uitwerking. Zegt me ook weinig.
Ook nog een element van moderniteit vind ik de voetgangersoversteekplaatsen waar digitaal wordt aangegeven hoeveel oversteektijd, dan wel wachttijd er nog is. Meestal houd ik me eraan.
In de stad heerst ook een duidelijke pelgrimssfeer. Ik bekijk de toegangspoort van de stad voor de pelgrims (Camino Francès) en zie veel route-aanduidingen voor de camino naar Santiago, twee herbergen en ook winkels met artikelen die relevant zijn voor pelgrims. Ik zie een groep lopers afscheid van elkaar nemen op de manier waarop je sportteams (o.a. echt volleybal) soms ziet samenklonteren voordat een wedstrijd begint. In dit geval echter omgekeerde teambuilding.
Het prijsniveau, tenslotte, ligt wat lager dan bij ons in Nederland. Tussen de 10 en 15 Euro heb je een prima driegangen-menu. Vaak eet ik ’s avonds zo’n menu met twee bier en koffie en betaal (afgerond, dus met wat fooi) 20 €.
Wel, zoals jullie merken, ben ik weer aardig op verhaal gekomen. Dus don’t worry about me.
Vanavond eet ik ’thuis’, d.w.z. bij moeder de Sanchoramirez.
Hasta mañana!

Op de foto: de toerist bij een monument in Pamplona

20140611-231603-83763627.jpg

Bericht 24a

25 – Dinsdag 10 juni – aanvullend
Hallo allemaal,
Ik ben mezelf, zoals dat in Vlaamse wielertermen heet, aan het ‘herpakken’. En dat lukt, net zoals de afloop, wonderbaarlijk goed. En wat ben ik hier in het hotel in Pamplona blij met de digitale hulpmiddelen! Vanochtend de hele ochtend bezig geweest met voor- en nawerk. Het heeft er alle schijn van dat ik de tocht ga voortzetten en dan vermoedelijk met een ingelast treingedeelte. Rolfessport gaat proberen om mij waarschijnlijk begin volgende week een vervangende fiets te bezorgen. In overleg met hem heb ik ook de reparatiepoging geannuleerd. Mijn fiets wordt dan mee teruggenomen naar Nederland (vermoedelijk via Soetens-Vessem), want Rolfes wil hem bekijken in de beschadigde toestand, om zo mogelijk de oorzaak te achterhalen.
Vat dit plan van mij niet op als stoere binkerigheid. Ik voel me al weer stukken beter en heb weer zin in een vervolg, weliswaar eerst met nog een klein weekje recupereren.
Ik blijf eerst nog een paar dagen in Pamplona, want wat een sfeervolle, echt Spaanse stad is dit!
Groot, veel monumenten, kleurrijke straten, volle terrassen en veel geflaneer, beetje à la Barcelona.
Ik heb er vanmiddag een paar uur rondgewandeld en wat inkopen gedaan, o.a. draagband om mijn bagage een stukje te kunnen dragen, want ik ga vermoedelijk vrijdag met de bus naar de stad waar mijn fiets is en waar ik even de pelgrimsherberg heb geroken: Sanggüesa.
Morgen zet ik mijn Pamplona-verkenningen voort en ga naar een arts voor inspectie van de wond.

Voor de volledigheid nog even over mijn maandagtraject:
Eerst vanuit Jaca een route-beschreven traject door bergachtig gebied. Typisch Mediterraan: veelal agrarisch improductief, veel bomen en struikachtige doornige begroeiing (maquis) en heel veel sporen van erosie. Daar heb je W.F.Hermans weer, zo dacht ik. Het prachtige, half in de rotsen gebouwde klooster heb ik al genoemd. De Pyreneeën zijn nog zichtbaar.
En: er was ook een wegrestaurant naar mij genoemd! Zie foto.
Omdat er veel hoog oprijzende rotswanden zijn, schijnen er ook gieren voor te komen. Niet gezien.
Ik spreek, Cola tankend bij een benzinestation, ook nog een Fransman die fietst met een racefiets met daarachter een éénwielige aanhanger. Een verrassend mooie combinatie en heel efficiënt qua inspanning, lijkt me.
Daarna kwam de omleiding en de al beschreven rest van deze zo bizar eindigende dag.

20140610-202450-73490924.jpg

Bericht 24

24 – Dinsdag 10 juni
Ter geruststelling
Hoe het gisteren verliep:

Normale dagstart, prettig warm en op weg. Voor de zekerheid het gele veiligheidshesje aangetrokken. Langs een beroemd klooster (Monasterio De San Juan de la Peña) op weg naar Yesa, mijn geplande dagbestemming. Voortijdig liep ik vast op een omleiding en werd via borden (dus met toestemming, zo bleek ook later bij politie) geleid naar een nieuw autosnelweg-traject met – gelukkig- nog heel weinig verkeer.
Daar nam ik uiteraard eerst de vluchtstrook en in een lange tunnel voor de zekerheid een prima geplaveid trottoir. Licht dalend traject, dus snelheid ongeveer 26 km. Per uur.
En toen gebeurde het: totaal onverwacht blokkeerde mijn fiets en ik sloeg over de kop. Geen object geraakt, gewoon zo maar, pats boem. Waarschijnlijk ben ik wat gelanceerd, want ik kreeg de fiets met z’n bagage niet op mij, denk ik. Overeind gekrabbeld, niet buiten bewustzijn geweest en de schade bekeken: schaafplekken op armen en benen, inhoud van de stuurtas lag op straat en de fiets was ontwricht. In elk geval was de voorvork naar binnen geknakt en doorrijden was uitgesloten. Total loss, was mijn eerste idee. Via een SOS- paal (‘no Inglés señor’) werd politie gealarmeerd. Eerst een kwartier niets, toen weer gebeld en 5 minuten later kwam met oorverdovend sirenelawaai (tunnel!) een politieman. Niets dan lof voor deze man! Engelssprekend, meedenkend, geruststellend.
Wielen (onbeschadig, banden op spanning) gedemonteerd en de fiets plus bagage in zijn (gewone sedan) auto gewurmd. Intussen was er ook een andere hulpdienstauto, maar die bleek dus niet nodig.
De agent bracht me eerst bij een fietsenmaker die reparatie mogelijk achtte, maar moest eerst wel een vork bestellen. Woensdagmiddag klaar, zei hij. Groen licht gegeven.
Daarna bracht hij me naar een pelgrimsherberg, waar ik me dacht te installeren in een intussen bekende setting. Veel medepelgrims onder de indruk natuurlijk. Politie, schaafplekken etc. Gegevens uitgewisseld met politieman en afscheid genomen.
Ik had pijn rond de penis en wat bleek : een diepe snede in de voorhuid. Sorry, ik ben maar openhartig want anders moet ik een andere plek ‘bedenken’. Dat wordt hechten, dacht ik meteen. Met een Duitser naar een farmacia en die verwezen me naar een vlakbij gelegen medisch centrum. Daar EHBO gehad en meteen de inschatting: per ambulance naar Pamplona. Pelgrims intussen bezorgd, want waar blijft die man. De Duitser kwam poolshoogte nemen, hoe attent! Op mijn verzoek brachten de pelgrims al mijn bagage en vervolgens een half uur rijden op een brancard naar een echt ziekenhuis in Pamplona. Eerst allerlei checks en formaliteiten. Op een bed diverse keren verplaatst en steeds iets ‘verder’ komend. Enorme drukte, zowel personeel als (vooral) patiënten. In rijen lagen ze op de gang te wachten op behandelingen. Uiteindelijk ben ik onder plaatselijke narcose plastisch geopereerd, d.w.z. hechtingen aangebracht. Alles in een prettige sfeer. Na afwikkeling van e.e.a. om 23.30 uur met een taxi naar een hotel in Pamplona. Wie had gedacht dat ik op deze manier kennis zou maken met deze ‘stierenstad’.
Intussen uitgebreid contact met thuis gehad en nu eerst maar eens de balans opmaken en veel regelen. Over het vervolg bericht ik later. Didi is eerst naar Rolfessport Musselkanaal en naar Univé voor verkenningen van een mogelijk vervolg. Ik nu eerst naar de apotheek.
Ik mag van geluk spreken over de afloop en zie ook humor: mijn mannelijkheid van sixty-four in een grote verpakking.
Zoals gevraagd, wees bescheiden met contacten. Het liefst rechtstreeks naar mij, want ik heb nu alle tijd en ben de beste informatiebron. Het klinkt wat onhartelijk, maar het liefst alleen als het ’toegevoegde waarde’ heeft of als er onbeantwoorde vragen zijn?
Don’t worry.
Groeten,
Roel

Bericht 23

23 – Maandag 9 juni
Bericht 23 is laat verschenen en daar is helaas een reden voor:
Ik heb een ongeluk gehad. Niet schrikken, want het feit dat ik bericht plaats moet jullie toch enigszins geruststellen.
Heel in het kort: totaal onverwacht is de fiets volledig geblokkeerd en ben ik over de kop geslagen.
Fiets ernstig beschadigd en ik ook zodanig dat ik in het ziekenhuis van Pamplona ben behandeld.
Nu, 12 uur, op een hotelkamer (dus ook een goed teken).
Verzoek: ga niet ‘contacten’, vooral niet met Didi.
Ik houd jullie op de hoogte. Nadere berichten volgen.

Roel

Bericht 22

22 – Zondag 8 juni
Traject: van Oloron-St.Marie naar Jaca (Spanje)
Via: De N134 en de N330; o.a. Urdos en Canfranc
Afstand: 86 km. (min 30 ….)
Weer: Als de vorige drie dagen, dus weer een 10.
Muziek: Op een mooie Pinksterdag (Leen Jongewaard) en de Hohe Messe van Bach

Slecht geslapen vannacht. Geïmponeerd door de bergen? Misschien. Maar in elk geval ook veel herrie en nogal warm.. Het is in de pelgrimsherbergen opvallend, hoe de dikte van de planken die mensen voor hun hoofd hebben kan verschillen. Voor sommigen is het niet dikker dan bordkarton. Als nachtdieren sluipen ze rond, ze rommelen wat met kleine lampjes en zijn anderen niet tot last. Maar ze zijn er ook met spoorbielzen. Zo slaap ik vannacht – we liggen met z’n vieren – naast een herrie makende Duitser. Hij is brak van het wandelen, heeft veel blaren en kennelijk moet iedereen dat weten: zuchten, kreunen, mompelen, licht aan, licht uit. Zijn bed is voor hem te kort, dus op een zeker moment bromt hij wat (niet uit Wortschatz), pakt het matras op en gaat op de gang liggen slapen, waarbij hij het toilet blokkeert voor twee kamers, dus 7 andere personen. Van die dingen.
Ik schat mijn dikte op mooi dun triplex, maar ja, een slager die zijn eigen vlees keurt…..
Intussen geeft zo’n herberg je wel mooi de vrijheid om op elk tijdstip te vertrekken. Ik doe dat vandaag dan ook voor dag en dauw. Om half zes sta ik op en een uur later ben ik vertrokken.
Heb ik ook Pinkstermuziek? Ja! Leen Jongewaard zingt “op een mooie Pinksterdag”, samen in de zon enz. Maar ook: ” Vader is er enkel voor de centen en de rest is flauwekul”. Nee dit wordt me te gek. En met een blik op de hoge bergen oefen ik vervolgens toch maar weer de Hohe Messe. ‘k Heb op de mail zo veel huiswerk voorbij zien komen dat ik wel moet.

Maar nu iets geheel anders. Ik moet jullie in alle eerlijkheid een bekentenis doen. Ik heb een kleine zonde begaan, maar ……heb daar in het geheel geen spijt van. Laat ik het dan ook maar omkeren:
Ik heb me vandaag enorm getrakteerd. Ik heb me namelijk een uurtje of vijf afbeulen bespaard door een klein stukje met de (fiets)bus te reizen. Om het te snappen moeten jullie eerst even naar de foto kijken. Het routeprofiel voor vandaag. Moet ik het nog verdedigen of is het me al vergeven ?
Ik fiets vanuit Oloron nog wel de aanloop tot Bedous, maar die kilometers bevestigen al mijn voornemen om een stukje bus te doen. Al veel eerder deze reis hadden twee Duitsers mij op deze optie geattendeerd. Ik heb dit dilemma dus eerst maar voor mij gehouden.
In Bedous bij de bushalte tref ik ook weer mijn Vlaamse vrienden (echtpaar) die hetzelfde hebben bedacht. Bij het arriveren van de bus kijkt de chauffeur bedenkelijk en spreekt veel Franse zinnen uit.
Het blijkt dat hij verderop van een grote bus moet overschakelen op een bestelbusje en het is de vraag of daar wel drie fietsen in kunnen. Uiteindelijk lukt het allemaal en met verheerlijkte gezichten zitten we opgepropt met passagiers, fietsen en bagage en worden we vlot over de Col de Somport gezet. Wat de moeilijkste dag leek te gaan worden, wordt de gemakkelijkste. Want na uitstappen in Canfranc is het naar Jaca bijna helemaal licht bergafwaarts. Het wordt een echte feestdag! Geen biecht in Santiago (tenminste niet hierover).

Jaca is de eerste echt Spaanse stad op mijn route. Heel veel mensen flaneren op straat en wat wordt hier gegeten! Volle terrassen en goed gevulde restaurants. Maar het is natuurlijk ook Pinksteren.
Ik fiets naar de pelgrimsherberg, maar daar kan ik pas om 15.00 uur terecht en het is nog maar 13.30. Dus eerst maar een salade gegeten.
Later naar de herberg voor inschrijven etc. De Vlamingen zijn er ook weer plus een Nederlander die de pas wel heeft gedaan, maar drie uren heeft gelopen. Hij wist niet van een fietsbus.
Verder nog wat gewassen, opgeruimd en andere intussen gebruikelijk dingen gedaan.
Mijn Spaans? Toeristenspaans op basis van een halve Teleac-cursus:
Por favor.

Foto: routeprofiel

20140608-174028-63628560.jpg

Bericht 21

21 – Zaterdag 7 juni
Traject: van Morlaas naar Oloron-St.Marie
Via: Pau
Afstand: 55 km.
Weer: Als de vorige twee dagen, perfect, dus een 10. Verwachting: na zondag verslechtering.
Muziek: Nederlandstalig, o.a. Acda, Stef Bos en Boudewijn de Groot (met ‘de eenzame fietser’)

Het ontbijt moet even weer creatief, want ik heb wel brood, maar geen beleg. Later maar.
Met mijn compacte multitool draai ik de schroeven aan van mijn voorstander, want die zijn losgetrild.
Ik neem afscheid van mijn Nieuw-Zeelandse slaapmaatjes en vertrek om 8 uur richting Pau. Dat ligt niet op mijn route, maar het lijkt me wel een mooie stad. En inderdaad, Pau is een levendige universiteitsstad aan de voeten van de Pyreneeën die zich vandaag nadrukkelijk tonen met hun besneeuwde toppen. Volgens mij is Pau ook zo ongeveer een jaarlijkse etappe-plaats van de Tour de France. Op een mooi plein met fontijnen en palmbomen stop ik voor een aanvullend ontbijt. Ik kom weer wat moeizaam de stad uit, maar de zon helpt me bij het globaal in de goede richting rijden. Dan verschijnen vanzelf de borden weer. Die zijn vaak tweetalig: Frans en Languedoc.
Het gebied waar ik door kom is weer wat ‘gewoner’, maar dat komt ook door het grote stedelijke gebied rond Pau met z’n schreeuwerige (reclamezuilen etc.) bedrijventerreinen en buitenwijken.
Op een zeker moment word ik staande gehouden door een oudere man, pardon leeftijdgenoot. Hij zegt erg veel belangstelling te hebben voor ‘cyclo-toerisme’ en vraagt me van alles over mijn fiets, route, conditie etc. Ik denk dat de man een wat eenzaam type is, want hij woont 100 meter van de weg in een wel heel erg vrijstaand huis. Speciaal voor een praatje staat hij – of zit, want ik zie ook een klapstoel – aan de weg. En als een soort verkeersagent heeft hij me gemaand tot stoppen. Als ik vertrek, zegt hij voor mij te zullen bidden. Wat kan een mens nog meer wensen. Adios, vaya con Dios (om erin te komen).
Het wordt wat afgezaagd, maar er zijn toch weer koppige hellinkjes bij. Gelukkig een mooi wegdek, dus ook snelle afdalingen. Het oorsuizen wordt dan zo dominant, dat ik de muziek steeds even pauzeer. Dat kan gemakkelijk, want de IPod ligt, met wasknijper vergrendeld, op mijn dashboard.
Voor mijn doen heel erg vroeg arriveer ik in mijn bestemmingsplaats Oloron-Sainte-Marie. Eerst maar naar het Office du Tourisme. Fermé. Dus zelf mijn beoogde Gîte maar opgezocht. Fermé. Dan eerst maar naar een Mac Donalds. Open! En: Airco plus gratis WiFi, dus even wat checken en contacten.
Het is me opgevallen dat je in de centra van de steden geen Macs aantreft. Ik vermoed dat dat een bewuste politiek is om de ‘eigen’ horeca te beschermen. Ze liggen bij uit- en invalswegen.
Na de Mac opnieuw naar het (nu wel open) Office du Tourisme. Spontaan biedt de medewerkster aan om ‘mijn’ Gîte’ te bellen. Met een plattegrond en een code om de deur van de Gîte te kunnen openen plus een kamerletter (H) fiets ik naar mijn slaapadres. Het is een ‘Relais’ voor pelgrims. Dus ook weer een soort herberg met basisvoorzieningen. Prijs per nacht is €12,50 (de vorige €7).
De code werkt en eenmaal binnen blijken er meer pelgrims te zijn. Het ziet er heel netjes uit.
De rest van de dag heeft het intussen ongeveer bekende verloop. Morgen de bergen in……….

Foto: mijn adres voor vandaag met links van de voordeur een stenen Jacobsschelp

20140607-185849-68329668.jpg

Bericht 20

20 – Vrijdag 6 juni
Traject: van Montesquiou naar Morlaas
Via: Marciac, Maubourguet en Villenave
Afstand: 75 km.
Weer: Strak blauw, lekkere temperatuur, perfect dus een 10!
Muziek: Pop, o.a. Beach Boys, Cat Stevens, Crosby etc. Bijna klassiek eigenlijk.
Bijzonder: Mijn broer is jarig. Vanavond even bellen. Fraternité.

Dubbel
Dubbele gevoelens zijn mij allerminst vreemd. Veel wikken en wegen, veel voordelen en nadelen, veel enerzijds-anderzijds. Ik ben meer van de kleuren en de grijstinten (nee, niet dat boek), dan van het alleen maar zwart of wit. Neem het ‘willen loskomen van thuis’. Ergens wèl (vaste patronen), maar ook ergens bepaald niet (geliefden). Mede dankzij vaardige dochters en schoonzonen ben ik op deze trip goed voorzien van digitale middelen. Elke nacht liggen ze op te laden aan een grote – wel witte -stekkerdoos: IPhones, IPad, Ipod, camera en navigatie. Bellen, mailen, Whatsapp, berichtjes, FaceTime en (nog niet gebruikt) Skype maken veel contact gemakkelijk en ‘loskomen’ moeilijker. Maar ik vind het leuk en geniet er van. Ik kan het zodoende ook gemakkelijker delen. Beschikbaarheid van WiFi is een belangrijke voorwaarde, want anders wordt het allemaal te prijzig. Gisteravond stond ik op straat te ‘facet-timen’ (ja,ja) met de IPad voor de deur van de al eerder genoemde Chambre d’Hôte. En door het apparaat recht voor me houden en panoramisch rond te laten gaan kon ik het thuisfront al beeldbellend even laten meegenieten van de sfeer en het mooie doorkijkje. Gedeelde vreugde is dubbel.

Te binnen geschoten
Ja, punt drie dat ik me gisteren niet kon herinneren: de vers geteerde weg.
Op een zeker moment reed ik over een net vernieuwd wegdek. Het asfalt was nog stroperig en de steenslag net aangebracht. Voor ik het wist zaten mijn banden vol met steentjes. Na ook nog een stukje lopen ben ik – met een Vlaams echtpaar – gestopt en samen hebben we de banden weer geschoond. Fietsen op de kop en daarna profiel boenen met mijn borsteltje, waarmee je golfclubs schoonmaakt. Kwam goed van pas en was bedoeld voor de ketting. Het viel me op dat de voorband meer steentje had opgepikt dan de achterband. Maar ja, die is ook eerder ‘aan de beurt’. Zou je voor ook sneller lek rijden dan achter? Stelling? Op zichzelf genomen zou dat prettig zijn, want een achterwiel eruit halen is een heel gepruts. Oh, oh, nu heb ik me verschreven, want ik wilde me eerst nog niet uitlaten over wat tot nu toe zo goed gaat: nog niet lek gereden. Nou vooruit, gisteren een tegenvaller genoemd, vandaag dan maar een meevaller.

In de krant bij het ontbijt lees ik dat de mais inderdaad is vernietigd. Het heeft niet tot rellen geleid.
Afrekenen: twee bier, diner, slapen, ontbijt €42.
Dan weer de weg op. Het reliëf is wat venijniger. Niet echt hoog, maar wel wat steiler. In het agrarisch grondgebruik vertaalt zich dat in wat meer bomen en grasland op de steilste delen. Permanente bodembedekkers zijn minder erosiegevoelig. Mijn oud-lector W.F.Hermans (ja, die) schreef een boek met die titel. Hermans gaf ons colleges fysische geografie. Dat deed hij saai en plichtmatig. Hij is en was niet mijn fan. Schreef onder meer door het boek ‘Onder professoren’ de frustraties van zich af. Mijn advies: niet lezen. Overigens: Als hij er was (vaak niet namelijk), dan kwam hij uit Haren aanrijden met een witte Morgan.

Vannacht heb ik besloten om de rit naar Oloron- St.Marie in twee etappes te verknippen. Ik ga mijn reserves een beetje verzilveren. Relaxed dagje, terrasje extra.
Plotseling doemen aan de horizon de besneeuwde toppen van de Pyreneeën op. Prachtig en imponerend! In Marciac, een leuk stadje met een door arcaden omringd centraal plein koop ik bij de bakker appelgebak dat net uit de oven komt. Met een koele Cola even lekker zitten.
Ik zie weer veel minder pelgrims. Vermoedelijk liepen onze routes gisteren voor een gedeelte samen.
‘Langs oude wegen’ (de mijne) is niet een echte oude pelgrimsroute. Logisch, want mijn wegen zijn vaak veel later aangelegd. Wèl doet mijn route heel veel met pelgrimage verbonden plekken aan.
De vier echte pelgrimsroutes door Frankrijk zie ik in een Tabac op een serie Europa- postzegels.
Vlak voor mij landt een grote buizerd bij een op de weg liggend kadaver. Ik kijk maar even de andere kant op. Dat lukt goed, want de omgeving is weer erg mooi.

Ik doe nog een mooie, ja zelfs verleidelijke, pelgrimservaring op. Op een zeker moment sta ik even wat bij te komen in de berm na een klimmetje. Er stopt een Ford Focus met daarin een jonge vrouw die me aankijkt en bezorgd vraagt of het wel goed met me gaat. Ik bevestig dat. Ze lijkt me niet te geloven en biedt aan om mij met m’n hele handel in de auto mee naar het eerstvolgende en hoger gelegen dorp te vervoeren. Ik aarzel even, maar wijs haar aanbod toch af. ‘Bien sûre?’ vraagt ze nog een keer. Oui. Later- fietsend – schiet het paradijs uit de pelgrimsrefuge in Chemin me te binnen.

Wat staan er toch allemachtig veel kerken en kerkjes in dit land. Wat een netwerk moet dat destijds zijn geweest. Elk dorpje z’n eigen kerk en dan ook nog een pastoor of kapelaan? Soms lijkt een dorp te weinig geld te hebben gehad voor een echte toren en is er gekozen voor een soort plakvormige ‘geveltoren’. Van opzij een erg ‘zuunig’ gezicht.
Maar ja, tref je bij ons ook geen parallellen in bijv. Limburg en Friesland/Groningen?

Door een ‘deviation’ raak ik wat uit koers en beland bij een schooltje dat zo in een film kan. De juf zit met een gitaar op het plein en de kinderen spelen rondom haar. Ik ben dan natuurlijk een bezienswaardigheid. De juf geeft me een goed advies voor mijn vervolgroute naar Morlaas.
Daar ben ik mooi op tijd: 15.30. De refuge bevindt zich op een camping. Geen beheerder te zien, wel een echtpaar uit Nieuw-Zeeland. Ze lopen van Arles naar St.Pied de Port. Er is een slaapzaaltje met 4 stapelbedden. Zo krijgt ‘down under’ extra inhoud.
Ik installeer mij, neem een douche, doe een was en ga op zoek naar eten en ….wifi (hier niet).

Foto: los komen van patronen, dus vrijdag is vandaag wasdag.

20140606-191053-69053700.jpg