- Bericht 77 – Maandag 28 september
- Traject : geen, dagje Santiago
- Weer : zon
Ja, het kwam toch nog goed met de bezetting van de herberg, want toen ik gisteravond over de slaapzaal sloop, lagen daar weer zo’n ruim veertig mensen te slapen. Omdat Santiago voor velen het eindpunt is, mag je in die stad bij de meeste herbergen meer dan één nacht blijven. Dus vanmorgen liep niet het hele huis hier leeg, zoals anders meestal voor 9 uur wel het geval is.
Elke pelgrim zal het wel eens te horen hebben gekregen: niet de aankomst, maar het onderweg zijn staat centraal. Tsja, die aankomst zal wel heel verschillend beleefd worden. Vanuit de ’traagheid’ en een zekere eentonigheid van de camino – ik heb het nu over lopers – beland je in een soort toeristencircus. Dat geldt helemaal als je in het weekend aankomt. De eerste gang van de binnenkomers is meestal naar het plein van de kathedraal, die overigens voor een groot deel in de steigers staat. Op dat plein zie je ook allerlei aankomstrituelen. Het meest populair is om te gaan liggen met je rugzak als hoofdkussen. Maar er worden natuurlijk ook op uiteenlopende manieren foto’s gemaakt die moeten uitdrukken dat het doel gehaald is. Het daarbij horende document verkrijg je door aan te schuiven in de lange rij wachtende bij het pelgrimskantoor. Daar krijg je het certificaat (Compostela), een stempel en de felicitaties. Ik schreef er al over.
Omdat de aankomst nog wel eens een soort kater opleverde, is het Nederlandse St. Jacobsgenootschap drie jaar geleden als een pilot begonnen met ‘De huiskamer der Lage Landen’. Het is een als huiskamer ingerichte verdieping van een pand naast het Pelgrimskantoor. Daar kun je na ontvangst van je Compostela terecht voor koffie en een praatje met de vrijwilligers of met andere, juist aangekomen pelgrims. Het is een dermate groot succes, dat ook andere landen iets soortgelijks overwegen.
Ja en dan duiken de meesten voor kortere of langere tijd toch ook onder in het toeristisch gebeuren. Lopers en fietsers zijn dan als zodanig niet meer herkenbaar en mede daardoor heb je het idee dat de toeristen in Santiago toch in de meerderheid zijn. De puristen onder de pelgrims zullen er vermoedelijk snel na aankomst wel vandoor gaan.
Ikzelf hoor bij een soort dat, denk ik, snel kan omschakelen. Van het onderweg zijn heb ik erg genoten, maar hier zo rondstappen in een stad met een rijke traditie, prachtige monumenten en schilderachtige steegjes is ook weer prachtig. Ik maak van deze maandag dan ook beslist geen wasdag, nee, ik neem het er zelfs van!
Na een verhuizing van mijn herberg naar hotel Mexico lever ik mijn fiets in, maak ik een uitgebreide stadswandeling, rook in het park voor de gelegenheid een dikke sigaar (zoals Jimenez dat ook doet) en doe als lunch een Tagliatella uit de oven met een sjiek half flesje Rioja. Naar mijn begrippen sjiek, omdat de prijs ervan aanzienlijk uitstijgt boven die van de Tagliatella. Voor die sigaar zou ik vroeger de broekspijpen hebben dichtgebonden, maar dat heeft nu geen zin, want de rook zou toch via de opgelopen winkelhaak ontsnappen. Bovendien valt rook, die uit twee broekspijpen komt minder op.
Maar laat ik na deze luchtigheid wat serieus afsluiten. Toen ik de Nederlandse huiskamer verliet, kreeg ik het volgende gedicht mee:
Vanaf hier
zal ik terugkeren
naar het gewone leven
van alledag,
niet gewoon meer
na al wat ik ervaren heb
en als rijkdom
opgeslagen in de weg
die ik zelf ben.
Ricky Rieter
En hoewel je gedichten, net als moppen, beter niet te veel kunt gaan duiden en uitleggen, heb ik toch de behoefte om te melden dat ik persoonlijk het allerlaatste woord van dit gedicht liever zou vervangen door het woordje ‘ga’. Ik heb er op deze site heel wat afge-ikt, maar om nu ‘de weg’ te personificeren tot een ‘ik’, nee, daar kan ik niet goed bij.
(Maar wel mooi om nog eens op terug te komen)
Ik ga de boel inpakken. Heb een hele grote plunjezak meegenomen, waar mijn zes tassen met inhoud gemakkelijk in kunnen. Morgenvroeg om half zeven met de bus naar het vliegveld van Santiago om in twee uur en twintig minuten vijf weken fietsen te laten vervliegen. Prediker of Finkers hadden kunnen zeggen : Alles in zijn eigen tijd!