- Datum: dinsdag 29 augustus
- Traject: Paderborn – Bad Karlshafen – Oedelsheim
- Afstand: 125 km.
- Weer: wel wat erg warm, maar niet zeuren: weer een 10
Een levendige drukte was het gisteravond in Paderborn. Het leek wel vrijdagavond. Mijn hotel (Hotel Süd) lag op 10 minuten lopen van het centrum. In de hoofdstraat eet ik bij een Kochlöffel-restaurant. Hebben we in Emmen ook ooit gehad. Ik vraag maar even niet of de kip ook gescharreld heeft, maar mals is-ie wel!
Paderborn heeft een lange geschiedenis, is universiteitsstad en dankt zijn naam aan de Pader, volgens het boekje de kortste rivier van Duitsland (4 km). De beroemde Dom met z’n ‘Drei-Hasen-Fenster’ zat helemaal in de verpakking.
Onder spontane begeleiding van een lokale fietser manoeuvreer ik om 8 uur Paderborn uit richting Borchen. Die hulp komt goed uit, want er is een omleiding. De man is totaal niet onder de indruk van mijn plannen, want……hij heeft het zelf ook gedaan! Nadat hij is afgezwaaid stop ik bij zo’n boekenkast op straat, waar je boeken in kunt stoppen, maar ook uit mee kunt nemen. Daar wordt de routebegeleiding spontaan overgenomen door een vriendelijk dametje, die me omstandig vertelt hoe ik – na mijn plan te hebben verteld – mijn weg moet vervolgen. Omdat ze aan mij ziet dat ik uit haar verhaal niet elke bocht heb onthouden, doet ze het hele verhaal nog een keer. Mijn broer zou zeggen: ‘Zo heb je ook nog eens een praatje’.
In tegenstelling tot mijn vlakke aanloop beginnen direct na Paderborn de heuvels. Op het getekende profiel in mijn gidsje had ik ze al gezien. Tot aan Warburg volg ik geen rivier en dus is het klimmen en dalen, ongeveer zoals in Zuid-Limburg (hier maximaal 400 m.).
Gelukkig betekent klimmen ook dalen. Na Blankenberg volgt een lange afdaling over een mooi stuk asfalt. Ik laat de fiets even z’n gang gaan en noteer 48 km. per. Dat heb ik zelfs op mijn Berini nooit gehaald. Maar goed, zo’n bromfietsfanaat was ik nou ook weer niet, in tegenstelling tot veel klasgenoten. Die reden meestal op andere merken en hadden verstand van opvoeren en zo. Maar laat ik hier niet over uitwijden, want dan haken mijn vaste ‘volgelingen’ af. In vorige verslagen heb ik vast ook al melding van Kreidlers, Zündappen, Puchjes en Tomossen.
Na Warburg volg ik de Diemel en wordt het traject weer vlakker. Omdat ik vandaag wat meer kilometers maak gaat ook de muziek weer op het hoofd. Via de shuffle-functie passeert op grillige wijze mijn, ongetwijfeld gedateerde, muziekbibliotheek. Als een nummer me niet bevalt, kan ik het gemakkelijk wegtikken.
Niet dat het landschap saai is. In tegendeel! De heuvels, de rivieren, de in het landchap gedrapeerde dorpen, het ziet er allemaal fraai en vandaag weer zon-overgoten uit. Na de Diemel volgt de Weser, een ‘echte’ rivier die honderden kilometers verder bij Bremen in zee uitkomt. Via het witte barokstadje Bad Karlshafen en ook nog een aandoenlijk pontje arriveer ik om 17.30 bij mijn geboekte pension in Oedelsheim. Vriendelijk en minder zakelijk dan een hotel. Over ‘nog eens een praatje hebben’ gesproken …..
Wat wil je nog meer:
Warburg:
Veer over de Weser: