- Datum: Woensdag 23 mei
- Traject : Avignon – Orange – la Bégude – Souspierre
- Afstand: 105 km.
- Weer : Grotendeels mooi, maar ook regen
- Parcours: Eerst vlak door de wijnstreek, op het eind klimmen
Vanaf vandaag fiets ik met het mij vertrouwde type reisgids, zichtbaar op mijn ‘dashboard’ in de stuurtas onder plastic. Heel prettig: mooi gedetailleerd kaartbeeld en de route ingekleurd. Daarnaast de beschrijving van de route, de Mio- navigatie, de zon voornamelijk in de rug, de plaatselijk borden en er kan niet veel meer mis gaan.
Ik kan niet ’thuis’ ontbijten, dus dat doe ik bij de eerste bakker die ik buiten Avignon aantref. Eerst doe ik Orange aan, de bakermat van ons vorstenhuis omdat Willem hier in 1544 deze stad verwierf. Orange heeft twee grote bezienswaardigheden: de Romeinse triomfboog en een groot Romeins amfitheater. Ik gun me alleen wat korte blikken op deze Unesco-monumenten, want de Tour wacht niet. Op een bankje met prachtig uitzicht op de stad heb ik een gesprek met een jongen die me o.m. verteld dat hij aan dysfagie lijdt. Hij praat graag met voorbijgangers, want hij heeft ook enige zendingsdrang. Het is een ‘evangelisch’ type. Ik krijg niet alle finesses mee, want het gaat – zoals zo vaak hier – in rap Frans.
Oh ja, even het vak wat bijhouden. In een dorp stap ik de Mairie binnen en vraag aan de eerst aanspreekbare ambtenares of het aantal Mairies in Frankrijk correspondeert met het aantal gemeenten, zoals eerder genoemd ruim 35.000. De dame kijkt me verbaasd aan en is wat verlegen met de vraag. Ze moet er even voor ‘naar achteren’ waar blijkbaar een kenner zit, die bevestigt dat dat inderdaad het geval is. Weer wat geleerd (zij ook).
Vandaag fiets ik overwegend mooi rustig en landelijk tussen de wijngaarden door van de ‘Côte du Rhône’ en de Chateau Neuf du Pape! De pausen van Avignon wisten wel wat lekker was. Het is vlak gebied met ook veel fruitteelt en velden met Lavendel. Helaas ben ik nog te vroeg in het seizoen om de spectaculaire blauwe kleuren van de lavendel te zien. Jammer. Aan de horizion zie ik flinke bergketens , die gelukkig mooi op afstand blijven.
Het genieten wordt versterkt door Daniël Lohues, die zingt:
wie doet mij wat
wie doet mij wat
wie doet mij wat vandage
‘k heb de baanden vol met wind
nee ik heb toch niks te klaag’n
Bij Suze-la-Rousse tref ik iets bijzonders: een indrukwekkend kasteel, dat tevens de ‘Université du vin’ (!) huisvest. Ik veroorloof me geen bezoek, maar het intrigeert me wel. Stel je in Nederland misschien iets voor als je geograaf bent of – ik noem maar wat – jurist of radioloog, nee hier stel je pas echt iets voor als je afgestudeerd, of misschien zelfs gepromoveerd bent aan de ‘Université du vin’. Wat een feest moet het zijn om daar te studeren. Alleen de practica al met al die proeverijen! En dan zo’n eindtitel: Vinoloog of zelfs doctor in de vinologie. In Groningen trof ik soms tiendejaars studenten, maar dat zal hier wel bon ton zijn.
Ik bespaar me een nat pak door net op tijd bij een café te landen, want van half drie tot ongeveer drie uur regent het snoeihard. Daarna kom ik in heuvelig en bebost gebied. Puffen geblazen. Op de kaart zie ik hoogtelijnen dicht bij elkaar en dwars op die lijnen mijn route ingetekend. Je hoeft geen geograaf te zijn – want juristen, radiologen en vinologen weten het ook – om te weten dat dat flink klimmen betekent. Maar….gelukkig ook weer aangenaam dalen over een mooi en breed stuk asfalt. Zo suis ik La Bégude binnen en in het naburige Souspierre vind ik een heel mooi adres met……een Groninger als eigenaar. Prompt gaat er niet boven Souspierre!