- Datum: woensdag 16 mei
- Traject : Emmen – Nice
- Afstand : Vliegend ongeveer 1200 km.
- Weer : 20 graden, licht bewolkt
- Parcours: trein en vliegen
Om 14.42 uur rol ik – achterwaarts reizend – station Emmen-Zuid uit, na te zijn uitgezwaaid door Didi, Carla en een meerennende Marit. Ik laat me meteen verleiden tot het invullen van een reizigers-enquête. Voor het eerst reis ik voorbij Zwolle de Hanzelijn, zodat ik voorbij Lelystad vanuit de ‘badkuip’ uitzicht heb op de veelbesproken Oostvaardersplassen. Het natuurgebied oogt nogal troosteloos: het armetierige graslandschap ligt bezaaid met houtstronken en kuddes herten, runderen en paarden doen hun best om aan de kost te komen. Geen vetpot van sappige groene weilanden, zoals ik die enkele uren later vanuit de lucht zal zien.
Op Schiphol word ik er bij de controle uitgepikt om grondig te worden gefouilleerd omdat mijn bretels (met ijzerdeeltjes) alarm hebben geslagen. Eenmaal voorbij de controle en richting mijn gate neemt de hectiek van de drukke luchthaven snel af en kan ik lekker rustig ruim een uurtje lezen.
De vliegreis met de ‘Peter Pan’ van Transavia verloopt vlekkeloos en om half tien landen we over de Middellandse Zee op de luchthaven van Nice.
In een bomvolle bus ga ik naar de stad. Iedereen moet kennelijk naar het centrum, want als enige moet ik mij halverwege uit de bus wurmen omdat mijn hotel Anis halverwege vliegveld en Centre Ville ligt. Om half elf meld ik mij aan de balie van hotel Anis.
Nu ben ik er wel, maar hoe zit het met mijn fiets? De receptionist bladert in allerlei documenten van bij hun door Soetens afgeleverde fietsen, maar kan niets vinden……Oef. Op mijn voorstel gaan we maar gewoon in de garage kijken en zowaar, daar staat mijn amigo: de Santos en de doos met daarin de gevulde fietstassen. Gerustgesteld kan ik om half twaalf het bed in.