- Datum. Vrijdag 7 juni
- Traject. Faaborg – Nyborg – Sorø
- Afstand. 70 km fietsen, daarna trein tot Sorø
- Weer. Perfect, een 10
Gisteravond nog een mooi slot van de dag: Nederlands wint met 3-1 van het grote Engeland in de halve finale van de Europa League. Nu nog een finale tegen Portugal, zeg maar Ronaldo.
Er staat – slechts voor drie mensen – een plaatjesachtig mooi ontbijtbuffet klaar in het Danhostel, waarvoor ik de gastvrouw dan ook nadrukkelijk bedank. Een geweldige bodem voor deze dag. Met het plaatjes-element bedoel ik dat het net is alsof ik in een Ikea-brochure ontbijt: veel wit, veel beukenhout en allerlei Ikea-spullen zoals serviesgoed, bestek en keukenattributen. Zo, weer genoemd reclame gemaakt voor de Zweedse firma, die ik net als Lidl steeds vaker zie opduiken in de Europese landen.
Dankzij een kaartje kan ik weer beter de kleine weggetjes benutten voor mijn fietsroute. Die loopt ongeveer diagonaal van zuidwest naar noordoost over Fünen. Die route doet beslist niet onder voor die van gisteren, ook mede dankzij het prachtige weer. Onderweg passeer ik o.m. twee fraaie kastelen. Maar ook zijn er mooie taferelen van bakfietsen, gevuld met gehelmde mini’s.
Intussen is het nog steeds omhoog en omlaag, zonder dat het afzien wordt.
In Nyborg wordt het even een beetje spannend. Kan ik zomaar zonder reservering met de fiets de trein nemen naar Sjaelland? Je mag namelijk niet over die imposante brug fietsen die over de Grote Belt is gebouwd. Eerst naar de Tourist Information van Nyborg. Ik vraag de medewerkster of er op het station ook mensen van vlees en bloed zijn, om je te helpen aan treinkaartjes. Ze moet er hartelijk om lachen en verzekert me dat er bij de ‘seven-eleven’ service wordt geboden. Dus de Deense spoorwegen laten het mensenwerk daar uitvoeren via een soort Primera-winkel.
Maar dat lukt dan gelukkig ook allemaal prima. Ik koop gewoon kaartjes bij een soort toonbank. Eentje voor mij en één voor de fiets. Die laatste krijgt een reserveringsplek in wagon 12.
Op het perron aangekomen schat ik maar in dat nr. 12 wel ongeveer achteraan zal binnenrollen.
Maar als het moment daar is en de treingevel met al z’n cijfers en symbolen passeert, zie ik in de gauwigheid alleen wagonnummers 22 en 23 in mijn wachtomgeving. Ik wurm toch maar snel mijn hele massa naar binnen en kies in het portaal een parkeerplaats, zoek een genummerde stoel en vermeld dat nummer ook op een briefje aan mijn fiets.
Het loopt allemaal goed af en er komt geen gaatjesknipper voorbij. Intussen zie ik natuurlijk geen klap van die schitterende brug, want de trein gaat via een tunnel onder het water.
Na aankomst in Sorø begeef ik me naar het voor mijn doen sjieke hotel Comwell. Beetje boven mijn budget, maar ik kan geen alternatief vinden. Mijn eerste ‘echte’ hotel.