Bericht 18

18- Woensdag 4 juni
Traject: van Cahors naar Auvillar
Via: Castelnau-Montratier en Moissac
Afstand: 85 km.
Weer: ’s Ochtends veel regen, ’s middags droog maar veel wind. Cijfer 5
Muziek: Country(rock) Eagles, Jayhawks, Johnny Cash

Twee voorgerechten:

Training
“Heb je veel getraind voor je tocht?”, zo is mij vaak gevraagd.
Te weinig. Maar om hier volledig getraind aan te beginnen is ook geen doen. Dan zou je even naar Berlijn moeten fietsen of zo. Ik heb sinds de aanschaf van mijn Santos ongeveer één keer per week een dagrit gemaakt van 100 km. En om het gewichtig te maken: met bakstenen in de tassen. Verder profiteer ik, denk ik, van een basis van 5 jaar dagelijks van Vries naar Assen fietsen en (veel later) van mijn regelmatig gebruik van een racefiets. Veel conditie en spieren bouw je op tijdens de rit. Ik merk het. Mijn zwaarste dag tot dusver was mijn 2e. Na aankomst drie happen pizza….

Flora en fauna
In tegenstelling tot sommige andere weblogs schrijf ik niet erg gedetailleerd over flora en fauna. Mijn kennis op die gebieden is beperkt. Natuurlijk herken ik meidoorns, fluitekruid, gras, lavendel en nog wat meer populaire soorten. Ook zie ik de buizerd, de biddende valk, koeien en zelfs een vos die vlak voor mij de weg oversteekt. Maar het betere werk laat ik aan anderen over. De determineerlessen van meneer Bult (broer van Heine) met hulp van die dikke Flora waren aan mij niet besteed. Veel andere biologie-onderwerpen wėl trouwens. Meneer Bult schreef een een boekje met als titel ‘Bijbel en evolutie’. Over staartbotjes en zo. Een voor zijn tijd gedurfde onderneming.

De dag begint met het ritme van de eenzaamheid. Zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam. Daar lig ik, dank zij mijn hoogslapersfobie, lekker alleen. Omdat ik niet veel eten meer heb doe ik een creatief ontbijt: koffie, banaan, noten, mueslireep. Later maar aanvullen.
Via de prachtige Pont Valentré ontstijg ik Cahors, een bekende wijnstad. Als ik naar de chauffeur van een enige tijd achter mij hangende vrachtwagen gebaar dat hij van mij mag inhalen, dan krijg ik tijdens het passeren bijna een hartverzakking omdat hij als dank de luchthoorns bedient! De taal van de weg, zullen we maar zeggen. Vivons la route!
Ik laat geleidelijk een heel mooi stuk Frankrijk achter me en kom in gewoon-ook-mooi-gebied. Wat is Frankrijk toch een groot en gevarieerd land.
Het regent flink, de lucht ziet er weinig hoopvol uit, dus ik trap maar gewoon door. In Moissac neem ik het er even van: een heerlijke Salade du pèlerin, met brood een complete maaltijd. Hier zie ik ook opvallend veel pelgrims. Vanwege de regen lijken ze voor mij op dromedarissen, want ze lopen vaak in enorme poncho’s , die ook hun hooggedragen rugzakken ‘meenemen’, zodat ze met een grote bult lijken te lopen. Hoofd soms lager dan de bult, vandaar.
Nog een kleine fietsvordering: ik maak er al gewoonte van om vlak voor een stop eerst even flink terug te schakelen. Dat rijdt namelijk, vooral op een helling, veel gemakkelijker weer weg. Logisch, zullen jullie zeggen, maar voordat het routine wordt, dat duurt even.
Vaak zie ik onderweg twee weggetjes in het koren. Ze roepen herinneringen op aan zo’n braaf boekje van W.G.van der Hulst: ‘Een weggetje in het koren’, uitgeverij Callenbach, Nijkerk. Even een foto.
Na Moissac (weer dat heel veel voorkomende – ac) een vlak gedeelte over een fietspad langs een kanaal, dat parallel loopt met eerst de Tarn en later de Garonne. Het is alsof ik langs het Oranjekanaal fiets: vlak, rechtlijnig en veel wind. Even thuis dus.
Omdat er weer regen dreigt stop ik eerder dan gepland en wel in Auvillar aan de Garonne. Via de VVV beland ik in een hele mooie authentieke Duitse pelgrimsrefuge, waar ik een kamer krijg met prachtig uitzicht, o.a. op een mooie ronde overdekte graanhal met van die Provence-dakpannen.
Ik koop een halfje Bordeaux voor de inspiratie en maak dit verslag. Morgen verder.

Foto: ‘Twee weggetjes in het koren’ door WW.GG.Van der Hulst (posthuum verschenen)

20140604-194456-71096889.jpg