Bericht 13

13 – Vrijdag 30 mei
Traject: Van Augy-sur-Aubois (refuge) naar een pelgrimsherberg in Neuvy-St. Sepulchre
Via: Charenton, St.Amand-Montrond, Le Châtelet en La Châtre
Afstand: 105 km.
Weer: Zonnig, ook wel bewolkt, een paar druppen. Cijfer : 8

Na een eenvoudig ontbijt met mijn Franse slaapmaatje, een stempel van de Refuge en betaling van het tarief (10 €) hijs ik me weer in het pak: sokken, schoenen, korte koersbroek, thermohemd, fietstrui, jasje, zweetbad, fietshandschoenen (grip, vallen), zweetbad en helm. Drie lagen kleding – zo blijkt even later- kan nog heel goed. Verder nog even checken m.b.v. mijn pols-SOS-bandje of ik de belangrijkste dingen weer heb. Mijn poncho laat ik achter. Veel geflapper, armen worden nat (Lohues zingt over ‘arms’) en vangt te veel wind. Ben benieuwd wie er verder mee pelgrimeert.
We vertrekken beiden om 8.30, uitgezwaaid door de beheerder/vrijwilliger. Ik zoek de 951 op en zet de achtervolging in op mijn eigen schaduw. Die trekt me er lekker door. Echt mijn tempo.
Ik koop brood bij een bakker en pauzeer na 25 km. op een romantisch dorpspleintje.
De hoogteverschillen zijn vandaag heel bescheiden, dus ik fiets als een diesel! Wordt er bijkans overmoedig van. Link natuurlijk. Maar wat wil je: in Montmédy – net in Frankrijk- werd mijn ego al gestreeld door de Thaise masseur die me aankeek en sprak: “You look very strong”. En mijn ervaring tot nu toe is dat ik het niet alleen ‘look’, maar dat ik het ook werkelijk ben! Dankbaar besef ik wat een voorrecht het is om zo’n tocht te kunnen ondernemen, want hoe anders kan het gaan of had het in mijn geval kunnen gaan. Ik zou jullie allen ook zo’n avontuur toewensen en kan ook wel een paar kandidaten aanwijzen. Vroeger of later gewoon doen! Er is ook een meer vlakke, Westelijker route.

Langzamerhand kom ik wat meer in Zuidelijke sferen: Roomkleurige huizen beginnen te winnen van de grijs/grauwe, vaker een ‘Village fleuri’ en beter verzorgde tuinen. In de plaatsen die ik passeer zie ik vaker toeristen, waaronder uiteraard landgenoten. Maar desondanks ook nog wel duffe, deels ontvolkte dorpen. Ooit de film “Être et avoir” gezien? Aanrader!
Een aantal keren kruis ik het enigszins koddige Canal du Berry. Koddig, vind ik, omdat het zo smal is. Historisch-geografisch een interessant monument, maar voor liefhebbers (Google).

Gisteren had ik het over mijn drie vorderingen als fietser. Er is nog een vierde: de tegenzin om onderweg te eten is verdwenen. Onwennigheid en forse inspanning zullen de verklaring wel zijn geweest. Ik ‘bewijs’ mijn eetlust door rond 2 uur in een stadje een groot bord met frieten en een hamburger te verorberen. De dame kan me de zaak wel uitkijken, want ze wil eigenlijk sluiten. En ik ben een trage eter. Ik vond al dat ze zo zuur keek toen ik ‘sur place’ bestelde. Samen verlaten we het pand. Na de herstart wel eerst wat pap in de benen, maar daarna komt de trein weer op stoom.

Over mijn Frans
Frans leerde ik op de HBS vooral van meneer Oosterbeek. Het prototype van een leraar Frans: dun, brilletje, ingevet (Brylcream) zwart haar met de scheiding in het midden, colbert en zo’n ouderwetse dunne schooltas met één kliksluiting in het midden. Hij gaf les in een meestal bloedheet lokaal dat vergeven was van de geur van pijptabak. Ik ruik het nog: Coopvaert. Altijd twee pijpen, één in de mond en de ander op z’n bureau aan het afkoelen. Een leesvaardigheidsles m.b.v. “La pipe de Maigret” kreeg daardoor toegevoegde waarde. “Monsieur Box, continuez s.v.p”. Oeps….,waar?
Ik kan me met Frans redelijk redden, zolang……ik zelf maar aan het woord ben. Maar ja, als je wat vraagt, dan komen de antwoordzinnen die mijn idioompet te boven gaan. Vandaag nog: In St.Amand vroeg ik een dame naar de weg. Er kwam een antwoord met veel à gauches en tout en à droites, maar ook met het woord ‘hôpital’. Kijk, toen wist ik genoeg, want ik zag intussen veel borden staan met ‘vers Hôpital’. Wij kennen niet voor niets de uitdrukking “daar was geen woord Frans bij”.

Mooi op tijd arriveer ik bij de refuge “Le relais de la vieille route” in Neuvy-St. Sépulchre. Ik open de poort, zie twee Franse dames/lopers die me even wegwijs maken, want de gastheer is er even niet.
Huiskamer/keuken, slaapzaaltjes, collectief sanitair, maar ook dekbedovertrekken, slopen en handdoeken.
Na installeren, een douche en een kop koffie ga ik eten in het stadje. Dagmenu en bier voor de vochtbalans.
Morgen weer wat meer heuvels. Ga ik de afstandswinst verzilveren of wordt het weer een gebruikelijke etappe. Een dilemma. Maar die zijn er in overvloed. Op de fiets is het vaak of-of. Daarover morgen meer……..of overmorgen.

20140530-211933-76773881.jpg