Bericht 15

  • Datum:       Zaterdag 15 juni
  • Traject:       Waren – Gransee
  • Afstand:     75 km plus 40 km trein
  • Weer:          Prima, maar ook een flinke bui, een 8

Vandaag maar eens een themadag: ‘stille getuigen’.

Niet dat het vandaag niet mooi is om onderweg te zijn, integendeel! De prachtige variatie van gisteren herhaalt zich: meren, bossen, glooiend akkerland en regelmatig leuke plaatsen en horeca.
Ik mag wel stellen, dat ik het hier leuker vind om te fietsen dan in het veel opener en winderige Denemarken, waar ook de voorzieningen dunner gezaaid waren. Ik hoor het ’s avonds ook van de hoteleigenaar: dit Mecklenburg-Vorpommern is nog weinig ontdekt. ‘Onbedorven’ ligt me op de lippen, maar dat moet ik toch tegenspreken. Want ondanks de natuurlijke fraaiheid en alle vernieuwingen van na de Wende (al weer 30 jaar geleden!) zijn er ook nog de -vaak lelijke – stille getuigen van de DDR-tijd, waar ik – zoals jullie gemerkt hebben – een zekere fascinatie voor heb.
De foto’s getuigen er min of meer van: grijze betonbouw, flats, nooit vervangen kasseien, volkstuintjes met tuinhuisjes, straatnamen in gothische letters, vervallen bedrijfsgebouwen en weggedeelten met van die grote betonplaten. Daarover denderde je vroeger ook naar Berlijn: gedoeng, gedoeng, gedoeng. Nederland had ze trouwens ook in de jaren ’50 als wij naar Zwolle gingen (Boschjes). We mochten meerijden met meneer Poorta, want die had een auto (Admiral!).

Maar vandaag wil ik ‘stille getuigen’ ook nog in andere zin benaderen. Namelijk in de vorm van de indrukwekkende standbeelden die ik trof in herinneringscentrum van het concentratiekamp Ravensbrück vlakbij Fürstenberg. Een concentratiekamp hoofdzakelijk voor vrouwen gebouwd.
‘Moet je dààr nou zo nodig heen’?, hoor ik sommigen zeggen. Ja! En dat is niet omdat ik een fascinatie heb met de 2e WO. Maar het zijn plekken waar je tot een dieper besef en beleven komt van wat mensen elkaar kunnen aandoen. Wat me er ook brengt is een soort eerbetoon aan al die gevangenen, in dit geval vrouwen, die daar alle menselijke waardigheid werd ontnomen. De meesten kwamen om door ontbering, uitputting of moord. Voor de feiten en de cijfers zijn betere bronnen dan deze website. Maar al die feiten en cijfers houden het wat abstract. Je besef, betrokkenheid en emotie worden sterker zodra je je probeert te verplaatsen in een individu. Dat kan bijvoorbeeld via literatuur, maar het overkwam me ook toen ik stil stond bij de zeer indrukwekkende beeldengroep, die je bij Ravensbrück als eerste aantreft. Als je dat beeld ‘invult’ met mensen die je lief zijn, dan komt het allemaal angstig dichtbij. Eigenlijk heb je dan al genoeg gezien en beleefd.

De vraag doemde bij me op of je bij overlevenden van deze hel kunt aankomen met het citaat van Kierkegaard over het achterwaarts en voorwaarts leven. Kun je van mensen, die – vaak als enige uit een hele familie – terugkeerden verwachten dat ze de ballast achter zich laten en ‘voorwaarts’ gaan leven. Het lijkt me te veel gevraagd. De beschadigingen zijn te groot. Je mag hopen dat iets of iemand anders wat levenskracht weet op te wekken.
Iemand die dit alles overleefde en het op een geheel eigen wijze verwerkte was Corrie ten Boom.
Lees het maar eens na op het Internet. Daar kom ik ook een leuk detail tegen om dit zware verhaal luchtig af te sluiten: Corrie groeide op in de Barteljorisstraat. En die kennen we! En dan natuurlijk de versie met de briefjes van 1, 5 en 10 gulden.

Stille getuigen en bewijzen: