- Bericht 50 – Dinsdag 1 september
- Traject: Rueil – Chartres
- Afstand: 88 km.
- Weer: Van alles wat
Tijdens het ontbijt zie ik televisiebeelden van de gevolgen van noodweer in Montauban. Geknakte bomen, beschadigde huizen en gedeukte auto’s. De méteo voor vandaag toont regendruppels, wolken en een zonnetje en ik krijg ze vandaag ook precies in die volgorde gepresenteerd. Ik word uitgezwaaid door het (hyperactieve) echtpaar van het hotel, start in grijs, regenachtig weer en krijg ook meteen wat pittige klimmetjes voor de kiezen. Het landschap toont af en toe weer van die fraaie schakeringen die me aan de schilderijen van Ton Schulten doen denken. Hij verkoopt in Ootmarsum veel kopieën van zijn werk. Big business.
Een andere herbeleving is om opnieuw te ervaren dat de Franse automobilisten prettig veel ontzag tonen voor de fietser en vooral als ze mij op mijn ‘kameel’ zien. Vaak krijg ik onverdiend voorrang en het inhalen gebeurt op een manier alsof ik een auto ben. Vorig jaar verraste mij dat ook. Het zal te maken hebben gehad met mijn (foutieve) beeldvorming van Franse chauffeurs. Nee, het is prettig om het zo te ervaren, want er zijn vrij veel trajecten waar ook autoverkeer is.
In de buurt van Mantes passeer ik de Seine. Kennelijk ben ik dus ongeveer ten NW van Parijs.
In Orgerus pauzeer ik in een soort ’tabac’, maar tevens mini-casino. Er worden veel soorten loten verkocht en via televisieschermen worden allerlei beelden getoond van dingen waarop je kunt gokken of inzetten, o.a. paardenraces in Normandië. De meeste aanwezigen zouden zo te zien heel goed een vette prijs kunnen gebruiken.
Het weer klaart op en regelmatig doen zich de ingrediënten voor, die een soort ‘kick-moment’ veroorzaken: een licht dalend traject, een weids en zonovergoten, gevarieerd landschap en een opgewekt muziekje via de IPod. Spontaan uit ik mijn euforie door hardop mee te zingen, daarbij de ‘verbazing der beschouwers’ voor lief nemend.
Maar de keerzijde doet zich uiteraard ook voor: je in de regen in een kleffe regenjas tegen een helling omhoog werken met de blik omlaag en gericht op het asfalt. Af en toe even omhoog kijken of je wel vordert.En dan Leonard Cohen ook nog zwaarmoedig horen zingen ‘ Suzanne takes you down to a place near the river’. Muziek die me even weer terugbrengt naar Groningen, jaren ’70. Dit laatste valt overigens buiten de ‘keerzijde.
Het is intussen – getuige mijn reisgids – bijna gênant om te constateren hoeveel historisch moois ik voorbij rijd, zonder er uitgebreid aandacht aan te besteden: kerken, kastelen, vestingwerken, oude wasplaatsen, noem het maar op. Maar ja, de Kneet (of was het een ander) zou zeggen : De Tour wacht op niemand. Al hoop ik hiermee niet gezegd te hebben dat ik er een jakkerpartij van maak.
Maar ook met een streven van zo’n 90 km. per dag heb je geen tijd voor uitgebreid toerisme, zo leert deze ervaring.
Mooi op tijd arriveer ik in Chartres, waar ik eerst het Tourist Office bezoek en vraag naar een fietsenmaker. En jawel, vlakbij blijkt er eentje te zijn. De mécanicien beschikt over de hand van de meester, want in een mum van tijd met wat verstellen van de magneet aan de spaken en de sensor aan het frame heeft hij mijn teller weer ‘wakker’ gemaakt.
Aansluitend neem ik intrek in de ‘Hôtellerie Saunt-Yves’, dat pal achter de kathedraal ligt. Een betere lokatie is niet denkbaar.
Foto: de kathedraal van Chartres.