- Datum: woensdag 1 juni 2016
- Traject : Remagen – Schwabenheim
- Afstand : 150 km
- Weer : regenachtig, zwaar bewolkt, weinig wind, 19 graden
- Parcours : creatief; hinder van wateroverlast, Koblenz-Bingen per trein
En ik had me deze dag zo anders voorgesteld. Ik zou beginnen met een loflied op de rivieren en had me verheugd op een aaneenschakeling van Rijnpromenades met allerlei culinaire verleidingen. Maar dit plan viel letterlijk in het water.
Om kwart voor acht verlaat ik mijn pension en zak af naar Remagen. Onderweg doe ik even kort de Apollinariskirche aan. Deze bedevaartskerk staat op een markant punt boven Remagen en in de crypte bevindt zich het hoofd van de eerste bisschop van Ravenna. Of dat klopt zal ik binnenkort navragen, want Ravenna ligt op mijn route.
Dan dient zich het onheil aan. In Remagen is het fietspad langs de Rijn overstroomd en voorzien van drijfhout. Er staat geen verbodsbord, dus voorzichtig waag ik mij aan een stukje fietsen door een laag water, die – zo vermoed ik – toch niet al te diep zal zijn. Maar al snel blijkt dat dit, ook door het vele drijfhout, geen doen is. Op aanraden van een bewoner neem ik een veerboot naar de overkant van de Rijn, om daar een wat hoger gelegen traject te volgen. Met een blik op mijn kaart navigeer ik wat creatief via ‘gewone’ wegen. Na enige kilometers steek ik opnieuw de Rijn over met een pont en vervolg mijn route richting Koblenz via van alles, behalve mijn bejubelde Reitsma-route. Intussen regent het voortdurend,maar gelukkig niet hard.
De regen, het naast mij voortrazende verkeer en het gepuzzel met de route maken in mij een voornemen los, dat in Koblenz door de dame van de VVV wordt gestimuleerd : doe een stukje per trein! Hoe dat ging:
Na binnenkomst in Koblenz ga ik eerst even langs een markant punt : de Deutsche Eck, de plaats waar de Moezel uitkomt in de Rijn. Er staat ook een bombastisch standbeeld van Kaiser Wilhelm I.
Daarna naar de het toeristenbureau van Koblenz, om te vragen om advies voor de te volgen route.
Het advies van de medewerkster ondersteunt mijn stoute voornemen: neem de trein!
Aldus gedaan. Op het Hauptbahnhof koop ik een enkeltje Koblenz-Bingen. Ik betaal 13,60 en de fiets mag (na 9 uur) gratis mee!
Ik scoor nog een hamburger en boemel vervolgens in een regionale trein in 50 minuten van Koblenz naar Bingen. Die naam herinnert me aan mijn jeugdjaren, toen dagelijks de waterstanden langs de Rijn via de radio werden vermeld. ‘Bingen aan de RIjn plus twee meter, Grave beneden de Sluis plus 1 meter vijftig’, zo klonk het en zingt het nu nog nostalgisch na.
Vanuit de trein aanschouw ik het bij mooi weer zo fantastisch mooie Rijndal, dat juist tussen Koblenz en Bingen op z’n mooist is. Kastelen, leuke stadjes als Boppard en de Lorelei gaan ongeproefd aan mij voorbij. Jammer natuurlijk, maar ik krijg totaal geen spijt van mijn keuze voor de trein als ik ’s avonds later de ervaringen hoor van andere Rome-gangers.
Na aankomst in Bingen vervolg ik in miezerig weer mijn parcours, dat zich al snel na Bingen afwendt van de Rijn. Vandaar mijn keuze voor Bingen. Onderweg doe ik twee vergeefse pogingen om een bed te regelen. Ook een poging bij een ‘Weingut’ mislukt.
Uiteindelijk beland ik in een Gasthof in Schwabenheim, een intiem stadje in een gebied met wijngaarden. Er blijken meer Nederlandse Rome-gangers te verblijven, waaronder Ben, de man die ik eerder had getroffen bij Herkenbosch. Aan de stamtafel van dit prima adres wisselen we ervaringen uit en doen ideeën op.
En zo wordt deze dag onder het genot van een plaatselijk wijntje aangenaam afgesloten.
De foto’s zijn de getuigen van de wateroverlast.