- Datum: maandag 11 september
- Traject: struinen door Dresden
- Bijzonder : Broer Bert jarig
- Weer: niets op aan te merken, dus een 10
Ook al heb ik mijn treinreis geboekt via ‘bahn.de’ en per mail een bevestiging ontvangen, tòch begin ik mijn Dresden-bezoek bij het Hauptbahnhof, dat op 400 meter lopen van mijn hotel ligt. Het is een monumentale ‘spoorwegtempel’ met veel dynamiek, horeca en winkels. Bij het informatieloket doe ik mijn verhaal. De medewerkster checkt mijn reisschema, maakt op mijn verzoek een print en geeft mij verder nog wat antwoorden op vragen. Allemaal prima en een mooie geruststelling.
Dat het maandagmorgen is, is in de stad totaal niet merkbaar. Nu is Dresden ook niet zo maar een stad. Het bruist, is grootstedelijk en toeristisch zeer aantrekkelijk (‘Elbflorenz’) en het valt niet mee om er nog sporen te signaleren van de DDR-tijd. Daarvoor zul je wel naar de buitenwijken moeten, waar ongetwijfeld massale flatbouw heeft plaatsgevonden. Om toch de DDR-sfeer te proeven bezoek ik museum ‘Die Welt der DDR’. Het is gevestigd in een modern winkelcentrum in de ‘Neustadt’, dat is aan de overkant van de Elbe. En het is nostalgisch genieten van prachtige truttigheid en compleet ingerichte interieurs. Je ziet er mooie exemplaren van auto’s, motoren en andere industriële producten. Producten die vanwege de prijs destijds ook bij ons in het Westen gekocht werden : een Trabant, een Wartburg of een Praktica-camera. Ja, en het kon niet missen: Hier tref ik ook ‘mijn’ Werra-camera! Ongeveer net zo glanzend als destijds in de etalage van mijn fotowinkel staat-ie hier te pronken in een vitrinekast. Ik zou er bijna mijn neus tegenaan willen drukken. De beschermkap zit geschroefd rond het objectief en in een andere vitrine ziet ik datzelfde kapje er voorop geschroefd als een kleine ‘verlengtoeter’. Mijn dag kan niet meer stuk.
Ik loop verder een wandelroute langs de toeristische highlights, maar daarvan zal ik jullie de details besparen. Feit is wel, dat je hier op een klein oppervlak een overweldigende monumentaliteit ervaart: Frauenkirche, Zwinger, Semperopera, Hofkirche, Brülsche Terrasse zijn enkele ’toppers’.
Daarbij valt een kleine bijkomstigheid in het niet: ik drink koffie in een Konditorei, waar ik ook musjes brutaal zie komen binnenvliegen. De serveerster jaagt ze voortdurend weg, maar dat blijkt onbegonnen werk. Ik vind het wel leuk en zet een klein restje van mijn gebakje op een naastgelegen tafeltje. En prompt melden zich enkele mussen als fotomodel.
Met een blik in de etalages en in sommige winkels stel ik vast, dat je gemakkelijk heel veel geld kunt uitgeven in Dresden. Een kop-en-schotel van Meissener porselein voor 850 Euro of een horloge van ‘Glashütte’ voor 20.000 Euro. In die winkel was het erg rustig. Nee, doe mij voor dat geld maar een nieuwe auto, desnoods een Dacia. Want ik wed dat je daarin ook wel kunt zien hoe laat het is.
Ook maak ik een kleine rondgang door een mega-winkel met alles op het gebied van – zeg maar – survival. Zoiets als Bever-sport bij ons, maar dan tien keer zo groot. Uit nieuwsgierigheid paste ik even een Goretex-regenjas, die in de aanbieding was voor 349 Euro. Toen een gewillige verkoper me aanschoot, zei ik dat ik er nog even over na zou gaan denken. Dat doe ik nu nog steeds.
Nee, ik beperk mijn aankopen tot een ticket voor een avondconcert in de Hofkirche en een leesboek voor in de trein met de uitdagende titel: ‘Alles kein Zufall’. Want ’toeval’ vind ik een intrigerend verschijnsel, waarover de gedachten in alle vrijheid sterk uiteen kunnen lopen. Ook permitteer ik mij de aanschaf van een paar nieuwe sokken, want met de mijne wil je niet meer op één kamer slapen……
Halverwege de middag onderbreek ik mijn stadsbezoek voor een pitstop in mijn hotel, want alles is goed te belopen. Even wat recupereren, al vast wat inpakken en dit bericht maken. Vanavond een mooi slotconcert in dubbele zin.