- Datum: Maandag 4 juni
- Traject: Monschau – Maasbracht
- Afstand: 115 km.
- Weer: Niets op aan te merken; korte mouwen, zon, weinig wind
- Parcours: Tot Aken nog Vennbahn; daarna heuvelend Zuid-Limburg
Bandbreedte II
Ik geloof mijn ogen haast niet, ook al herlees ik het drie keer. Mijn maatje, alias Dr. Livingstone, de ‘tegenfietser’ uit Nederland schrijft in een mail dat hij – terugreizend per trein – in Parijs bestolen is …… en hoe!
Terwijl hij even binnen was bij een Burger King is zijn ligfiets met tassen en al meegenomen. Nu ik dit schrijf ben ik er opnieuw beduusd van en zie het helemaal voor me. ‘Uitgekleed’ sta je daar dan.
Met mijn schrijverij zit ik niet vaak verlegen om woorden, maar hier heb ik eigenlijk nauwelijks woorden voor. Ik verwijs maar naar gisteren: over mentale bandbreedte gesproken…..
In Monschau had ik een sympathiek en zeer goed verzorgd B&B-adres in de Altstadt. Een
echte aanrader: ‘Der kleine Globetrotter’
Over de kasseien stuiter ik Monschau uit. Het is even zoeken, maar al snel heb ik de
Vennbahn weer te pakken. Ik heb nog niet eerder zo comfortabel gefietst als op het traject
Monschau – Aken. Over een overwegend licht dalend vals plat rij ik in mijn allergrootste verzet met zo’n 30 km. per uur over strak asfalt. Kruisingen met dwarswegen zijn duidelijk
gemarkeerd met passeerhekjes en groen geverfd wegdek. Auto’s hebben daar voorrang,
maar meestal verlenen ze het. Ook bij zebra’s krijg je als aarzelende fietser meestal
voorrang.
De Mio loodst mij netjes dwars door Aken en langs de Dom. Ik zie de fotozaak waar ik in 2014, op weg naar Santiago, noodgedwongen een nieuw fototoestel moest kopen. Ik kan me nog herinneren dat mijn fiets toen in de winkel naar binnen mocht, omdat ik bang was voor diefstal.
En dan, even voorbij Aken, rol ik plotseling het vaderland binnen. Is er een mooiere binnenkomst denkbaar dan bij Vaals? ‘Ja!’ zou Lohues zeggen: bij Schönungsdorf/Zwartemeer, ‘want dan ben ik weer bijna thuus’. Maar nee, nu moet ik hem toch afvallen. Want bij Vaals kom je echt, ja zelfs letterlijk op hoog niveau ons koninkrijk binnen. Ik scheer langs het hoogste punt van ons land (321 m. boven Normaal Amsterdams Peil). Ook ligt hier het Drielandenpunt (destijds zelfs met Moresnet erbij het Vierlandenpunt. Maar dat is voer voor historisch-geografen (ik ken een goeie!).
Ik ben ook meteen weer een beetje ‘thuis’ want ik ruik Hema-worst en zie gevels van Albert Heyn en Zeeman. Ik passeer de Abdij van St.Benedictus en zie links de hoogst gelegen kerktoren van ons land: die van Vijlen. En dan het mij dierbare Limburgse heuvelland, waar ik in het verleden bijna alle weggetjes heb verkend, zoals we die kennen van de Amstel Gold Race. Ik zing half:
want door de jaren heen
blijft Limburg onbetwist
het stukske Nederland
dat ‘t schoonste is
Limburg heeft ook een soort Lohues: Hij heet Gé Reinders. Die heeft ook prachtige sfeerliedjes gemaakt, zoals ‘Bloaskapel’, maar wat mij betreft vooral ‘in d’n haof’. Zoek maar eens op.
Fietsen is in Nederland zo gewoon, dat de privileges die je als fietser in het buitenland ervaart meteen wegvallen. De auto’s passeren me weer vaker rakelings en bij de zebra’s krijg ik geen voorrang.
Vanuit Vaals daal ik langs een vrijwel kaarsrechte weg af richting Gulpen. Zo’n rechte weg is
vaak een heel oude Romeinse Heirweg, zo heeft hitorisch-geograaf Klaas mij tijdens werkweken geleerd. Dit is historisch- geografisch inderdaad ‘rijk’ gebied (Maastricht en Heerlen o.a).
Bij het klooster in Wittem tracteer ik mijzelf op een koele Gerardus, want Wittem is het pelgrimsoord van Gerardus van Majella (ook bekend in Barger-Oosterveld) en Gerardusbier wordt in het nabijgelegen Gulpen gebrouwen, dus je zou zeggen ….
Tot mijn verbazing hebben ze alleen een dubbele uit de fles. Als ik de ober ernaar vraag en hem vertel dat ik bij de Lidl in Emmen meer keuzes heb, dan is zijn reactie: ‘Er is hier weinig vraag naar, Brand (pils) en Grimbergen doen het beter. En dat naast het klooster! Onbegrijpelijk.
Om mij heen zie ik intussen ook de sporen van het rijke roomse verleden in de vorm van grote, deels vervallen, kloosters. Soms hebben ze een nieuwe functie gekregen. Ook kenmerkend zijn de vele kruisbeelden bij kruisingen van wegen. Graften, löss, holle wegen, heel veel aardrijkskunde.
Zal ik het doen? Ik heb er immers nogal eens melding van gemaakt……Ja, vooruit, ik ga over de Keutenberg! Misschien betekent dat een stukje lopen, maar de loop naar St.Vith was vast veel langer. Bij de Brand-brouwerij in Wijlre sla ik af en rij via Stokhem naar de mij bekende Dodemanweg. Die gaat met tegen de 20 procent omhoog. In drie stukjes krijg ik dat toch fietsend voor elkaar. Naast mij komt een snor-scooter met twee passagiers smorend tot stilstand. Voor mij een stimulans. Dan rechtsaf door het gehucht Keutenberg en vervolgens met 22 procent, in de remmen knijpend, afdalen naar Schin op Geul, een dorp dat vooral bekend werd door een act van Wim Sonneveld.
Via Valkenburg en Schimmert gaat het richting Maasdal, drukke (snel)wegen en stedelijke
bebouwing. De charme is daar snel verdwenen. Even ‘doorpompen’ en tegen zevenen kom
ik aan bij hotel Smeets in Maasbracht. Eerder geweest. Sympathiek adres met één ster.
Genoeg voor mij, eenvoud siert de mens toch?