37 – Zondag 22 juni: toerist in Santiago
Voor de gelegenheid maak ik dit verslag voor een groot deel nu eens niet in een restaurant of ’thuis’, maar – passend bij deze zondag – in de (heerlijk koele) kerk van Franciscus van Assisi, waar ik een extra ‘Compostela’ en stempel heb gehaald ter gelegenheid van het feit dat Franciscus 800 jaar geleden als pelgrim naar deze stad kwam gelopen. Op de achtergrond zing Andrea Bocelli het Ave Maria. Helemaal in katholieke sferen dus. Past goed bij Santiago.
Vandaag geen start met het gebruikelijke schema, want deze dag ben ik toerist in de stad waar al zovelen soms maandenlang naar hebben uitgekeken. Geen wonder, want je raakt er niet zo maar uitgekeken (hmm, zelfde woord, andere betekenis, nooit zo bewust gerealiseerd).
Of het fietsen me hyper heeft gemaakt, ik weet het niet, maar om half zes ben ik al weer klaarwakker.
Ik rek het nog even tot zes uur en sta dan maar op. Maak koffie op de kamer en orden mijn volledige bagage en de tassen. Bedenk dat vooraf maar eens: op zondagmorgen om zes uur de boel op orde brengen. Meestal doe ik op dat tijdstip wat anders.
Bij de buren haal ik een ontbijt en om kwart over acht zit ik al in het park op een bankje een sigaar te roken, met uitzicht op een pelgrim die misschien geen bed heeft gevonden, want hij (of zij?) ligt volledig verpakt in zijn (of haar) slaapzak op een bank te slapen. De rugzak dient als hoofdkussen.
In de wachtrij gisteren hoorde ik trouwens ook pelgrims spreken over hun overnachting onder een viaduct. De nood kan blijkbaar soms hoog zijn als je een pelgrimage naar Santiago loopt.
De stad verkeert in een stemming van ontwaken. Straten worden gespoten, terrassen opgebouwd, luiken opgerold en dat soort dingen.
Ik breng een bezoekje aan ‘De huiskamer’. Dat is een ontmoetingsplek van het Nederlandse St.Jacobsgenootschap, zo ongeveer boven het pelgrimskantoor. Hier worden net binnengekomen pelgrims hartelijk met koffie ontvangen door een ‘dienstdoend’ echtpaar: Klaas en Trees. Het is een zoete inval met Mariabiscuitjes waar ervaringen en tips voor het vervolg worden uitgewisseld. Een hele zinvolle faciliteit. Ik stel mijn vragen over de ‘gemiddelde’ pelgrim. Volgens Klaas is er geen duidelijk overwicht van mannen of vrouwen. Hij heeft de indruk dat vrouwen een inhaalslag maken. De gemiddelde leeftijd schat hij, net als ik intussen, op 50-plus. Een onderzoekje zou hier trouwens mooi kunnen, want ze houden een register bij van de bezoekers. Ik tref er ook weer twee medefietsers uit Breda, waaronder de 72-jarige veteraan.
Omdat het intussen al weer veel drukker wordt, ga ik op tijd naar de kathedraal om een goede plek te bemachtigen voor de pelgrimsmis die traditioneel om 12 uur begint. Het grote ‘spektakel’ tijdens die mis is een enorm wierookvat dat aan een lang touw en bediend door monniken indrukwekkend wijds en hoog door de kerk zwaait, een spoor van rook achterlatend. Om dat te beleven, moet ik uiteraard wel eerst de hele mis (in het Spaans) uitzitten. Want zo beleef ik het deze keer wel, ook al begint het met het opnoemen van allerlei groepen en aantallen pelgrims uit diverse landen, die gisteren zijn aangekomen. Ik neem aan dat ik ook, verborgen in getallen, voorbij kom.
Maar zoals gezegd, het slot is spectaculair en wordt met applaus beloond. Je moet het meemaken. Zoek maar eens op Youtube ; trefwoorden ‘pelgrimsmis Santiago’. En, bijna vergeten: er wordt schitterend gezongen door een stemmig gekleed jeugdkoor. Dus ook weer muziek!
Na een hapje eten maak ik een mij door het Tourist Office verstrekte stadswandeling langs de mooiste monumenten en pleintjes. Wat me opvalt is dat veel monumenten er erg verweerd uitzien: dof bruin en soms begroeid met onkruid en plantjes. De voorgevel van de erg bonte kathedraal zit ook voor een deel in de steigers. Door grote doeken met opdruk wordt getoond hoe de toren er normaliter uitziet. Het loont de moeite om een poosje op het plein voor de kathedraal te gaan zitten kijken naar allerlei pelgrims, die – net aangekomen – zich in allerlei poses laten fotograferen. Een aantal keren bied ik me daartoe aan als fotograaf.
Een aantal keren passeer ik levende standbeelden, zoals je die vaak treft in toeristencentra. Maar ook bedelaars, soms in zeer devote houdingen, vullen het straatbeeld aan. Tijdens de wandeling koop ik bij een loket van busmaatschappije Alsa een kaartje naar Porto voor komende dinsdag.
Na de wandeling tracteer ik mezelf op een grote Estrella Galicia (pot bier met handvat) in een mooi Grand Café in Art Nouveau-stijl. Blijf lekker lang zitten in een soort rookstoel, terwijl het buiten plenst van de regen.
Omdat de regen aanhoudt loop ik de kathedraal nog weer even binnen, waar weer een mis plaatsvindt in een bomvolle kerk. Een veel mooiere mis dan vanmorgen, want er wordt heel veel gezongen en er valt veel te kijken. Ik ben dan wel niet katholiek, maar het lijkt erop dat zo ongeveer alle rituelen passeren, alleen de grote ‘pan’ met wierook wordt niet bewogen. Ik kijk wat toe vanuit de zijpaden en vertrek voortijdig. Veel in- en uitloop is heel gebruikelijk. Ik sluit mijn stadsbezoek af met een dagmenu bij een restaurant dat ik een beetje op de korrel had. Dat pakt goed uit.
Ik waag een onbekend voorgerecht. Mail me maar als je denkt dat je weet wat het is.
[email protected] (‘k heb nu de tijd).
Drie foto’s vandaag: mijn ‘Compostela’, de wierookpot in de kathedraal en mijn voorgerecht.