Bericht 32

32 – Dinsdag 17 juni
Traject: Per auto naar Sahagun en per fiets verder naar Leon
Afstand: 65 km.
Weer: Zon, wind in de rug, 25 graden , ik doe weer een 10
Muziek: Jaren ’70 en ’80 in de auto

De dag wordt voor mij bepaald door het vervolg van mijn fietstocht.
Ik kies er voor om nog verder mee te rijden tot Sahagun. Twee redenen: ik heb dan nog een prettig en rustig te fietsen restant tot Santiago van ongeveer 400 kilometer en verder sla ik een enigszins saai stuk voor een groot deel over. Tussen Burgos en Leon ligt namelijk te nogal vlakke en voor velen ‘oneindige’ Meseta. Als ik start in Sahagun, dan pak ik er nog iets van mee.
Zo gezegd, zo gedaan. We rijden rond 9 uur weg en nemen grote stukken snelweg (geen tol). Van het ook weer mooie Burgos zie ik alleen de contouren. In deze omstandigheden moet ik niet alles willen.
Door de voortreffelijk liftservice van Soetens ‘scoor’ ik ongeveer 430 kilometer en haal op deze manier dus globaal 5 van de ‘verloren’ (wat heet…) 7 dagen in.
We stoppen na twee uur rijden in Sahagun, een klein plaatsje. Terwijl Soetens de vervangende fiets klaarmaakt (trappers eraan en stuur recht en vast zetten) prepareer ik mijn tassen en na een kwartier nemen we afscheid. Dit heeft me heel wat gedoe met treinen of bussen bespaard. Geweldig!
De fiets is ook een Santos en alles is dus eerder hetzelfde dan dat het nieuw of anders is.
Daar gaat-ie weer.
Met flinke snelheid (wind achter, dus ongeveer 27 à 28 km. per uur) verplaats ik mij een door een vlak, maar hooggelegen landschap. De Meseta ligt op 800 meter hoogte en wordt overwegend benut voor graanteelt. Dat gebeurt opvallend vaak op roodkleurige grond, de bekende Terra Rossa. Het verbaast me dat er iets op groeit, want de grond oogt kurkdroog (droogtescheuren) en zit barstensvol dikke grindstenen. Wat moet er een power nodig zijn om zulke grond te ploegen. De dorpen op de route maken over het algemeen een nogal slaperige indruk. Het lijkt wel zondag.
Ik rijd nu ook grote aantallen camino-lopers voorbij, want vanaf Puenta La Reine, waar veel pelgrimsroutes samenkomen en vervolgen, neemt hun dichtheid enorm toe. Zij lopen dus de echte en gemarkeerde ‘Camino de Santiago’ en mijn route valt daar regelmatig mee samen. De wandelaars hebben parallel aan de verharde weg hun eigen, meestal half verharde sporen/paden. Ook zie ik een ander bewijs van toegenomen pegrimsdichtheid: veel meer albuerges. Ik durf niet stellig te zijn over de verhouding mannen/vrouwen. Ik neig een beetje naar iets meer vrouwen. Qua leeftijd scoren vutters en pensionado’s uiteraard hoog, maar ik zie toch ook veel jongere lopers. Het gemiddelde zal ergens tussen de 50 en 60 liggen. Kleine kinderen zie je niet, wèl ooievaars.
En dan zie ik ook voor het eerst een loper zonder rugzak, maar in plaats daarvan een tweewielig karretje, dat via een soort balhoofd verbonden is met een gordel die hij draagt. Maar dan meen ik ook meteen een groot nadeel waar te nemen. Lopen is niet zoals fietsen een vloeiende en gelijkmatige beweging. Lopen gaat m.i. toch altijd een beetje schoksgewijs, waardoor het karretje steeds een heel klein duwtje geeft. Als het een geweldige vinding zou zijn, dan zou je ze immers ook veel meer moeten zien.
Na een paar Cola-pauzes en een stop bij Mac Donalds (vooral vanwege de gratis WiFi ) fiets ik om 5 uur het imponerende Leon binnen. Hoofdstad van een vroeger koninkrijk (Castilië) en verder een grote Spaanse stad, maakt het een dynamische indruk. Maar Leon is ook zeer toeristisch.
Twee pelgrimsherbergen zijn al vol, maar bij de derde kan ik terecht: Albergue San Francisco de Asis. Een onderbed op een kamer voor vier personen in een soort voormalig klooster. Fiets in een aparte bergruimte, een stempel in mijn credencial en dat alles voor 10 Euro. Ontbijt kost 2 Euro extra.
Na installatie volgt weer het ‘oude’ ritueel: even skypen met thuis, de stad in om te eten en een stukkie schrijven. Oh, ja, toen ik me weer per fiets, in plaats van per auto, door het landschap bewoog viel me het enorme verschil in beleving op. In de auto, achter glas en met de geur van tabaksas en dashboard is het toch vooral kilometers vreten. Maar op de fiets: wind, bewegen, geuren, geluiden en veel meer landschapsbeleving.
Maar ik geef toe, dat ook hier weer geldt: alles op z’n tijd. Dus niet mopperen op mijn reddende auto!

Vooruit, een toeristische foto: de imposante kathedraal van Leon.

20140617-223419-81259597.jpg